29.6.08

De macaron marathon op de thuisbasis



Goed, ik bleef dan maar zeggen dat ik het nooit zelf zou proberen: macarons maken. Te moeilijk, ik ben geen bakker, en zelfs semi-professionele bakkers ondervinden flinke tegenslagen (David Lebovitz, na 5 pogingen: "At this point, I just wanted to quit, sit down, and watch Desperate Housewives".)


Maar het kriebelde toch. Na zoveel over deze magische koekjes geschreven te hebben wilde ik toch een gevoel krijgen voor het bakproces, en erachter komen waarom ze zo temperamentvol en complex zijn. En toen ik gisteren op de markt een zakje amandelmeel zag liggen, beschouwde ik dat maar als een voorteken.

Gisteravond snel wat gegoogled op macaron recepten, en deze sprong er uit als eenvoudig, down to earth, en vol goede tips. Voor het slapengaan een paar eiwitten op het aanrecht gezet om te ´rijpen´ (eerste magische handeling), en vanmiddag, na een ochtendje stoeien met pdf bestanden (zie voorgaande post...) was het zover.

Ik maakte de helft van het recept van Robyn Lee op Serious Eats. Mijn koekjes hebben minimale voetjes (maar net genoeg om er blij mee te zijn). Zoals altijd was het lastig voor me om geometrisch consistent te zijn: zelfs nadat ik braaf cirkels op het bakpapier had getrokken, zijn nóg alle koekjes ongelijk.

Ook zijn ze iets te groot: ik had er geen rekening mee gehouden dat ze iets uitlopen na het opspuiten. Hierdoor is waarschijnlijk de baktijd iets te kort geweest, en zijn ze van binnen net een tikje te zacht en ongaar. Moeulleux in de overtreffende trap, zeg maar.

Toen ze uit de oven kwamen was ik eigenlijk heel blij. Ik had tegen Dennis gezegd dat er 97 % kans was op totale mislukking, en dat was waarschijnlijk de reden dat ik niks in huis had wat als vulling kon dienen. Uiteindelijk improviseerde ik een botercreme van boter, een beetje melk, espressopoeder, gemalen amandelen en poedersuiker. Lang niet verkeerd.

Eindoordeel: amandelmeel was niet fijn genoeg (hoewel ik het nog samen met de suiker in de keukenmachine heb gemalen), daardoor is de structuur niet egaal en glad. De voetjes kunnen dramatischer. Van een paar macarons was de bovenkant gebarsten - waarom?

Maar hoe dan ook, alles bij elkaar, met zo´n kleine slagingskans, mag ik niet ontevreden zijn. Hoera!

Eerdere afleveringen in de macaron saga:
Het Parijse ideaal
Amsterdamse test: Tout, van Wely en Amaison
Amsterdam: Kuyt
Macarons in Antwerpen: Del Rey
Amsterdam: Douglas Delights

Klary in de krant


Voor wie het Parool van zaterdag 28 juni gemist heeft, en voor iedereen die niet in de buurt van Amsterdam woont, hier een link naar het artikel over mij:
Ate smahk-a-lick

De pdf is een beetje mistig, maar ja ik ben nu eenmaal geen webdesigner. Je krijgt tenminste een idee, en de letters zijn (net) leesbaar! Veel plezier!

26.6.08

3 + 2 = 5

Wat te doen als 2 van je liefste vriendinnen tegelijkertijd hoogzwanger zijn?

Je wacht tot je man in een Ver Buitenland zit, en dan nodig je ze uit voor een meisjesavond.

Schenk ze cranberrysap (en neem zelf een glaasje rosé)



En serveer de hummus en pitta chips op de vuilnisbak in de keuken, zodat je vriendinnen een stoel bij het aanrecht kunnen schuiven en je kan bijpraten terwijl je de laatste hand aan het eten legt:
Gegrilde kip met munt, salade met sperzieboontjes, en een soort versimpelde, gedeconstrueerde versie van deze pasta (zonder de pasta): geroosterde pompoen met tomaat, pancetta en balsamico.

Bak tenslotte een hele grote schaal met poffertjes (terwijl je vriendinnen even op de bank gaan liggen en zwangerschapsnieuwtjes uitwisselen) en serveer die met verse aardbeien, een beetje gesmolten boter, poedersuiker en heel veel crème fraiche.

Zwaai ze uit en mijmer een beetje over veranderende tijden (verandering is mooi en goed, maar soms ook ingewikkeld en weemoedig stemmend). En verheug je dan op de toekomst.. over een paar jaar zijn deze nu nog onbekende baby’s nieuwsgierige peuters: leuk om koekjes mee te bakken.

Pompoensalade met tomaatjes en pancetta1 grote butternut squash (flessehalspompoen)
ca. 15 kleine, zoete, rijpe kerstomaatjes, gehalveerd
olie, peper, zout, een beetje gedroogde tijm
balsamicoazijn
75 gram pancetta, in dunne plakjes
Geschaafde parmezaan

Verhit de oven voor op 200 C.
Snij de pompoen doormidden, dan in de lengte halveren. Snij de zaadjes en het wollige binnenste eruit, schil de stukken en snij ze dan in niet te dunnen plakken. Leg de plakken op een met bakpapier beklede bakplaat, bestrooi met zout en peper en een beetje gedroogde tijm, en begiet met een paar eetlepels olie. Meng de stukken pompoen met je handen zodat de olie goed verdeeld raakt. Rooster in de hete oven ca. 15 minuten, de stukken moeten dan zacht en bruin beginnen te worden. Strooi de gehalveerde tomaatjes er tussen en bak die nog een paar minuten mee (ze moeten net zacht beginnen te worden). Haal de bakplaat uit de oven en laat afkoelen.
Bak de plakjes pancetta in hun eigen vet in een droge koekenpan knapperig uit. Schep de pompoen en tomaatje op een mooie schaal, sprenkel er wat balsamicoazijn over. Verdeel de warme plakjes spek erover en tenslotte wat parmezaankrullen.
Mocht je verse basilicum in huis hebben, dan is dat erg lekker erbij.

25.6.08

Kijken mag, aankomen niet



Wat zie je op de foto boven dit stukje? Je ziet mij, dansend naast mijn vriendin M. Zij is onherkenbaar, en ik eigenlijk ook, behalve voor wie heel vertrouwd is met mijn, uhm, rondingen. Ik weet niet wie deze foto gemaakt heeft. Ik was op een feest, met zo’n 50 andere mensen, en zeker 10 van die mensen hebben in de loop van de avond de camera vast gehad. Ik zou al die mensen kunnen gaan vragen of ze het goed vinden dat ik deze foto op mijn blog zet. Maar ik heb zo’n idee, dat ze me uit zouden lachen. De meeste van hen zullen zich niet meer herinneren dat ze foto’s gemaakt hebben. Wie wil hier de credits voor krijgen?

Gisteren maakte een lezer me erop attent dat er een door mij gemaakte foto op een ander blog was verschenen. Ik ben er meteen naartoe gegaan en heb gemeld dat het mijn foto was – de volgende dag is de foto verdwenen en heeft de blogger een excuus gepost over het plaatsen van andermans foto’s. Vorige week nog vond ik een door mij gemaakte foto op het weblog van een respectabele Nederlandse blogger. Zo te zien maakt hij zelf (bijna) geen foto’s en gebruikt foto’s van anderen om zijn blog te illustreren. En dat zie je op veel blogs die meer informatie- dan beeldgericht zijn.

Als ik kijk naar de statistiekenteller van mijn blog, vermoed ik dat deze twee ‘incidenten’ maar het topje van de ijsberg zijn. Er wordt veel gegoogled op trefwoorden (de laatste weken zijn ‘macarons’ en ‘wilde perziken’ favoriet) maar zeker de helft van de bezoekers komt via een zoektocht op Google Images op mijn blog. En dat is niet zo gek, want als ik zelf bij Google Images ‘rabarber’ intik, krijg ik al op de eerste pagina 3 van mijn eigen rabarberfoto’s te zien. Of de luie blogger zonder camera zo’n foto dan ook gaat gebruiken, daar is (volgens mij) bijna niet achter te komen. De foto’s die je terugvindt op andermans blog zijn toevalstreffers. Of weet iemand een manier om als een detective het internet af te speuren, op zoek naar misbruik van je eigen plaatjes?

Is het eigenlijk wel misbruik? Of moet je vereerd zijn als iemand jouw foto mooi genoeg vindt om te gebruiken? Afgezien van copyright kwesties (en beeldrecht is volgens mij een ingewikkelde zaak) is er natuurlijk ook nog zoiets als fatsoen. Of netiquette, zoals internetfatsoen wel genoemd wordt.

Ik ga mijn foto’s niet van zo’n lelijk watermerkje voorzien. Iedereen mag mijn foto’s gebruiken als je vindt dat ze jouw verhaal illustreren op een manier zoals je dat zelf niet kunt. Ik ben vereerd als je een foto van mij mooi genoeg vindt om op je eigen blog te plaatsen. MAAR. Doe niet alsof je die foto, of erger nog het gerecht wat ik gefotografeerd heb, zelf gemaakt heb. Zet er gewoon bij hoe je eraan komt. Alle bloggers willen meer bezoekers, wat is het helemaal voor moeite om een linkje te maken of de naam van de fotograaf te noemen. Of ben ik nou heel naïef, en zijn foto’s op het internet vogelvrij? Bloggers van Nederland, wat vinden jullie ervan?

Morgen gaat het hier weer over eten. Met foto’s.

16.6.08

Zwaaien naar Bianca



De hele maand juni speelt Johannes van Dam de hoofdrol in Eten met Bianca, het culinaire programma van at5. Wie van eten houdt, kan om Johannes niet heen, en wat je ook van hem vindt (hij roept zowel vurige bewondering als heftige irritatie bij mensen op), dit zijn mooie programma´s. Van Dam woont in een piepklein Amsterdams appartement, zo volgestouwd met boeken en culi memorabilia, dat de cameraman er niet in paste en Bianca Tan zelf met een kleine camera alles heeft gefilmd. Daardoor voel je je ook een beetje bij Van Dam op bezoek en aan tafel (hoewel hij geen eettafel heeft, en met zijn assistent aanschuift aan het bureau waarop ook de computer staat). In de tweede aflevering zegt Clairy Polak zoiets als: “het vervelende is natuurlijk dat hij gewoon echt alles beter weet” – en hoewel ik denk dat zélfs Johannes van Dam niet alles beter weet als het over eten gaat, is het wel weer leuk om te zien hoe hij ook hier weer zijn eigen karakteristieke betweterige zelf is. In de eerste uitzending maakt hij asperges in de magnetron, en kan het niet laten een sneer te geven naar de culinair journalisten (´keukenprinsesjes´ noemt hij ze) die hebben gezegd dat dat helemaal niet kán, asperges in de magnetron. “Ze zeggen dat het harde stokken worden. Nou, zeg nu zelf, zijn dit harde stokken? Nee toch?”

In de tweede uitzending kijkt Van Dam genietend hoe Bianca een tuinbonenomelet en een bakje rabarber verorbert. Nee, hij vindt het niet ongezellig om altijd alleen te eten, zegt hij. In je eentje kun je eigenlijk beter proeven. Je krijgt de indruk dat hij mensen ook vaak maar lastig en vervelend vindt. Voor de gezelligheid heeft hij een kat. Hoe heet ze? vraagt Bianca. “Gewoon, poes”.

Morgenavond en volgende week de laatste 2 afleveringen, maar de eerste 2 kan je nog zien via de website van Eten met Bianca. En dan raad ik je aan om gelijk even door het archief te gaan en nog wat uitzendingen te bekijken, zolang de website nog bestaat. Want waarom staat er een foto van een leeg vliegveld boven dit stukje? Omdat het me ter ore is gekomen dat Eten met Bianca wegbezuinigd wordt bij at5. Ik had het naïeve idee dat at5 meer belang hechtte aan mooie, ongewone, Amsterdamse, oprechte en leuke programma´s dan aan geld. Dat at5 nog zo´n oase op de Nederlandse tv was waar de kijker serieus genomen wordt en niet alleen maar als consument wordt gezien. Té naïef, dat blijkt wel weer. Ik hoop dat ze weten wat ze doen. Misschien krijgen Bianca Tan en de andere programmamakers die op een zijspoor worden gezet in deze opschoningsronde, toch nog de kans om mooie dingen voor ons te maken zoals ze dat tot nu toe gedaan hebben.

Een paar van mijn favorieten uit het Eten met Bianca archief:
Bloedworst
Koosjere kippensoep
De baso van de vader van Bianca Tan
Jagen op eend

Vaarwel Eten met Bianca, ik zwaai je uit en zal je missen.

14.6.08

De macaron marathon gaat naar het Gooi


Een lezer had me attent gemaakt op Koek en Chocolade in Laren, en een paar weken geleden ging ik op een mooie zonnige zaterdag op expeditie naar het Gooi (voor een blogger zonder auto echt een onderneming: een uur en 3 kwartier heen, een uur en 3 kwartier terug – als dat geen macaron toewijding is!)

Laren is mooi en chique en alles wat je ervan verwacht: dure koffie, geblondeerde dames met grote zonnebrillen, klein hondjes met roze vestjes aan, en echt, binnen 10 minuten 2 BN-ers. Maar daar kwam ik niet voor, ik kwam voor macarons.
Ik had van tevoren gebeld om te vragen of er ze er zouden zijn, want ik wilde natuurlijk niet voor niks naar Laren afreizen. Koek en Chocolade verkoopt in de winkels in Laren en Utrecht koekjes en bonbons, de macarons leveren ze vooral aan de horeca. Maar als er genoeg is, dan liggen ze ook in de winkel.


De macarons van Jos van Velzen hebben verschillende smaken, dat wil zeggen, de eiwitkoekjes hebben verschillende smaken: kerrie, zuurtjes, mokka, chocola. Maar de vulling van alle macarons is gelijk, een ganache van pure chocolade. Ze zijn een slagje kleiner dan de macarons van Douglas Delights en Tout, en hebben een wat onregelmatiger oppervlak.
De structuur van deze macarons is anders dan van elke andere macaron die ik tot nu toe geproefd heb. De binnenkant van het koekje is niet bros en droog of zacht en romig, maar heeft een stevigheid en taaiigheid die bijna in de richting van een bitterkoekje gaat. Je merkt het als je erin bijt en als je erop kauwt: deze macaron biedt weerstand. Niet minder lekker, maar anders.
De smaak is heerlijk (hoewel de kerrie-macaron me niet overtuigt), maar ik vind het persoonlijk erg jammer dat alle macarons een chocoladevulling hebben. De grote charme van macarons, voor mij, is juist de speelsheid en verscheidenheid aan smaken. Dit zijn geweldige macarons voor chocolade liefhebbers, bijna een kruising tussen een macaron en bonbon. Maar voor mij missen ze de luchtige elegantie en de fantasievolle smaken waarnaar ik sinds mijn Parijse macaron-ervaring op zoek ben.


Eerdere afleveringen in de macaron saga:
Het Parijse ideaal
Amsterdamse test: Tout, van Wely en Amaison
Amsterdam: Kuyt
Macarons in Antwerpen: Del Rey
Amsterdam: Douglas Delights

10.6.08

Als de man van huis is...

... dansen de ratten op tafel


en eet de vrouw postelein!


Pasta met postelein voor 1
250 gram postelein
50 gram gerookte spekreepjes
1 teen knoflook, gesnipperd
75-100 gram gedroogde pasta
peper, zout, chilivlokken
een beetje parmezaanse kaas
gepocheerd ei, om te serveren

Zet een pan water op voor de pasta.
Bak het spek zachtjes uit in een koekenpan. Was intussen de postelein en snij een stukje van de steeltjes af. Als het spek is uitgebakken, de knoflook in de pan doen en even meebakken. Dan de postelein met aanhangend water erbij, peper en zout en chilivlokken toevoegen, en op laag vuur laten stoven terwijl je in de andere pan de pasta kookt.
Als de pasta bijna klaar is het ei pocheren.
Schep de pasta uit de pan met een schuimspaan, en doe bij de postelein. Goed omscheppen. (Ik deed er op dit punt nog wat gehalveerde cherrytomaatjes bij, maar vond later dat ik dat beter niet had kunnen doen.)
Doe de pasta in een diep bord, strooi er wat parmezaan over en leg het gepocheerde ei er bovenop.

Eet bij een aflevering van de Gilmore Girls.

8.6.08

Suquillo van David



Wat doe als je op zaterdagmiddag thuiskomt van de markt, met een tas vol fijne boodschappen, en de telefoon gaat en je krijgt de volgende mededeling: “Ik heb teveel vis gekocht. Komen jullie het helpen opeten? Ik maak hetzelfde als vorige keer, omdat het zo lekker was” – dan kijk je hoe bederfelijk je inkopen zijn, en of ze nog een dagje kunnen wachten, en dan verheug je je op een heerlijk diner.

´Hetzelfde als de vorige keer´ is David´s versie van een recept geheten suquillo de pescadores. Tussen zijn kookboeken ligt een beduimeld knipsel uit een stokoude Avenue, zonder credits, maar volgens hem is het een recept van Wina Born die voor Avenue in Spanje langs alle grote restaurants ging om de chefs hun favoriete recepten te ontfutselen. Het geheim van dit recept is de pasta van tomaat, knoflook en brood, die in olijfolie wordt gebakken en dan een heerlijke, rijke saus wordt voor verschillende soorten vis - gisteren was het inktvis, zeeduivel, heek, rivierkreeftjes en Noordzee´vongole´.
voorgerechtje: parmigiana di melanzane

David is een andere kok dan ik, een kok van het grote gebaar en intuïtie, pannen op het vuur zetten en zich omdraaien en iets anders gaan doen (“wordt dat niet te heet?” vraag ik dan, voorzichtig). Alles komt altijd goed, maar de aanwijzingen die ik tijdens het koken heb neergekrabbeld zijn niet altijd even precies. Maar zo ongeveer, is dit de geweldige suquillo de pescadores van David!


Suquillo de pescadores
Voor 4 personen
4 kleine mootjes heek
4 stukjes zeeduivel
4 rivierkreeftjes
Een handje vongole
Een stuk inktvis, in grote stukken gesneden
Bloem, peper, zout

Wat visafval (graten en koppen) voor de bouillon
Een bouquet voor de bouillon: peterselie, wortel, ui, prei.

Voor de saus:
4 kleine, heel rijpe tomaatjes
2 dikke sneden stokbrood, in wat olijfolie om en om goudbruin gebakken
Een handje geroosterde pijnboompitten
Een sjalotje
4 tenen knoflook
Een handvol verse peterselie
Een scheut pernod of pastis

Doe de graten en koppen in een pan met ruim koud water. Breng aan de kook en laat een half uurtje trekken. Zeef dan de bouillon, gooi het visafval weg, en zet de bouillon opnieuw op met het bouquet. Laat op middelhoog vuur inkoken.

Verhit de oven voor op 200 C.

Draai in de keukenmachine een pasta van de sausingrediënten. Voeg terwijl de motor loopt nog een scheutje olijfolie toe, het moet een gladde dikke saus worden.

Was de vongole en doe ze in een pan met een klein scheutje witte wijn, laat ze met het deksel op de pan stomen tot ze opengaan. Neem van het vuur.

Snij de rivierkreeftjes in de lengte doormidden.

Droog de inktvis, heek en zeeduivel met keukenpapier en bestrooi ze met zout en peper. Wentel ze daarna door wat bloem.


Verhit wat olie in een grote koekenpan en bak hierin snel de stukken vis om en om zodat ze een bruin korstje krijgen, laat ze niet te lang doorgaren.
Zet een grote, ovenvaste schaal op het vuur en verhit hierin wat olijfolie. Bak hierin de saus-pasta een paar minuten op middelhoog vuur, tot het geurig is. Blus af met een paar lepels uit de pan met visbouillon (de rest van de bouillon wordt niet gebruikt, die kun je invriezen voor later gebruik). Proef op zout en peper. Leg de heek, zeeduivel en inktvis in de saus en zet de ovenschaal ca. 10 minuten in de oven.

Bak in een klein beetje olijfolie de halve rivierkreeftjes tot het vlees stevig is.

Neem de schaal uit de oven en leg de vongole en rivierkreeftjes bovenop de vis. Garneer met peterselie en citroen, en serveer met heel veel goed brood om de geweldige saus mee op te soppen!

6.6.08

Postelein, eindelijk



Het is tijd voor een bekentenis.
Tot afgelopen woensdag had ik nog nooit postelein gegeten.
Ik weet het, het is ongelooflijk. Een foodblogger met een uitgesproken zwakke plek voor de Hollandse keuken, voor nieuwe dingen, voor groene bladgroenten. Hoe is het mogelijk dat deze oerhollandse groente dan tot nu toe aan me voorbij is gegaan? Ik heb het nooit gekocht, nooit gegeten, nooit klaargemaakt. Maar vreemder is haast nog dat ik het ook vroeger nooit gegeten heb. Mijn opa had een tuin vol postelein, en dat was maar goed ook, want mijn oma was er dol op. Maar mijn moeder lustte het niet, en dus kwam het bij ons thuis niet op tafel. (Ze hield ook niet van andijvie, maar dat was weer mijn vaders lievelingskostje, dus dat maakte ze, zij het met lichte tegenzin, wél klaar).

Dat is natuurlijk niet echt een verklaring. Als ik begin met het opsommen van alle dingen die mijn moeder niet maakte, en die ik wel regelmatig op tafel zet, dan kan ik rustig doortypen tot ik een muisarm heb. Nieuwe dingen maken me nieuwsgierig. Maar postelein dus niet. Jarenlang heb ik het op markten genegeerd.


Andere bronnen hebben me ook niet nieuwsgierig gemaakt door de jaren heen: heb er niet vaak over gelezen, kwam het in kookboeken niet tegen. Ik weet er de Engelse naam niet voor, dus als er al recepten voor in mijn voornamelijk engelstalige kookboeken staan, dan heb ik ze niet herkend. Ik heb het nooit op het menu van een restaurant gezien. Nu ja, allemaal smoesjes!

Woensdag gebeurde het: ik zag een grote bak postelein bij de supermarkt liggen. Ik had nog geen plannen voor het avondeten. Ik dacht: waarom niet? (waarom ik dat ineens dacht, dat blijft een raadsel).

Thuis maar snel even gegoogled om te kijken wat ik ermee moet. Er komt niet héél veel naar boven drijven, maar wel leer ik al snel dat postelein in het Engels purslane heet, dat het in veel landen (met name in Amerika) als een onkruid gezien wordt, in Midden Europa en India veel gebruikt wordt, dat Nederland één van de weinige landen in West Europa is waar het als groente gewaardeerd wordt. En nog meer leuke weetjes: het zit vol cholesterol verlagende omega3 vetzuren, Gandhi was er dol op, en Plinius adviseerde om het plantje als amulet bij je te dragen, om het kwaad af te weren.

Alles leuk en wel maar nu moet het maar eens gegeten worden. De recepten die ik vind geven bereidingswijzen uit alle hoeken van het culinaire spectrum: rauw in salades, gebakken, gestoofd, in soep. Ik heb een hele grote zak gekocht dus wij eten 2 avonden achter elkaar postelein.

Eerst maar eens rauw proeven. Stevige blaadjes, met pittige, licht zure, intens ‘groene’ smaak. Een soort kruising tussen waterkers, radijsblad, zuring en snijbiet. Lekker.
Woensdag schep ik de rauwe blaadjes door een met mosterdmayonaise aangemaakte aardappelsalade. We eten er een rosé gebraden lamsboutje bij en ik vind het een heerlijk voorjaarsmaaltje. De volgende dag wil ik de postelein warm verwerken, en omdat ik aanneem dat je het kunt gebruiken zoals spinazie, wordt het een spanakopitta-achtige filo taart met feta en bosui. De postelein eerst gaar gestoofd met knoflook: net als spinazie en snijbiet slinkt het enorm, maar blijft wel stevig.

Tijdens het eten zegt Dennis: "Ik geloof dat ik niet zo van postelein hou." Doorvragen levert de adjectieven 'zurig' 'metalig', 'grassig' en 'gronderig' op. Het verbaast me hogelijk, omdat hij wel veel van spinazie en snijbiet houdt. Hij zegt dat het meer op andijvie lijkt dan op spinazie. En ik denk aan mijn moeder die geen andijvie én geen postelein lust. Hm. Smaak blijft een vreemd, ongrijpbaar iets!

Ik heb genoten van de postelein, zowel rauw als in de taart. En en passant heb ik ook dit heerlijke filotaartje verzonnen, wat overigens denk ik ook heel lekker zou zijn met een vulling van spinazie. Of andijvie...


Postelein feta taartje

1 pak filodeeg (250 gram), ontdooid
500 gram postelein, gewassen, schoongemaakt gewicht (dwz de worteleindjes eraf gesneden)
100 gram goede feta (niet te zout)
1 bosje lenteui, gewassen en in stukjes gesneden
2 tenen knoflook
Peper en zout en nootmuskaat
1 ei
olijfolie
sesamzaad
de bodem van een springvorm van 20 c. doorsnee
Verhit de oven voor op 180 C.

Verhit een eetlepel olie in een koekenpan en bak hierin de knoflook en bosui zachtjes glazig. Stoof in een grote pan de postelein met aanhangend water, tot deze zacht is. Laat in een zeef goed uitlekken en druk er zoveel mogelijk vocht uit. Snij de postelein wat kleiner. Doe de postelein, in blokjes gesneden feta, peper zout en nootmuskaat bij de knoflook/bosui. Laat het mengsel wat afkoelen en roer er dan een losgeklopt ei door.

Leg een plakje filo op de springvormbodem. Smeer het deeg in met olie en leg er een ander plakje bovenop, iets verspringend. Ga zo door met de helft van alle plakjes deeg (elk plakje met olie insmeren). Schep de vulling erop. Vouw de overhangende deegrandjes over de vulling, en leg dan een plakje deeg bovenop het taartje. Vouw het eromheen (alsof je een bed opmaakt). Smeer het deeg in met olie en ga door met de rest van het deeg, vouw elk plakje eromheen tot het deeg is opgebruikt. Je hebt nu een soort taartkussen. Smeer de bovenkant weer in met olie, besprenkel met sesamzaad. Bak het taartje ca. 35 minuten op 180 C. Laat iets afkoelen voor het serveren.


*******************
naschrift: mijn moeder (trouw lezer van dit weblog) meldt me dat de postelein die mijn opa in de tuin had, heel wat anders was dan de postelein die je in de winkels kunt kopen. Kortere stelen en dikkere bladen! Mijn oma had voor de langstelige winkel-postelein (het soort waar ik deze week mee aan de slag ben geweest) geen goed woord over. "Apenhaar", noemde ze het...

4.6.08

Doe niet je best



Horen we niet altijd, van kindsaf aan, dat we ons best moeten doen? Ik ben er eigenlijk niet zo zeker van dat jezelf tot het uiterste drijven, altijd tot het beste resultaat leidt. Bij mij in ieder geval niet, maar goed, ik ben dan ook aartslui. Zelfs in de keuken, en dat wil wat zeggen, want koken en nadenken over eten is zo ongeveer de leukste activiteit die ik me kan voorstellen.

Maar zoals met elk creatief proces, komt er een moment waarop je je mooie ideeën en fantastische invallen kunt dooddenken. Soms is het fijn om gewoon eens de teugels los te laten, niks te plannen, en maar te zien wat er gebeurt. Zondag kwamen er vrienden bij me eten en alle tekenen waren gunstig voor een dagje laissez faire in de keuken: ik had van tevoren weinig tijd om kookboeken door te spitten of boodschappen te doen, ik had ze lang niet gezien dus wilde ook tijdens het eten niet telkens naar het fornuis verdwijnen, en hoewel ze van lekker eten houden zijn het geen 'foodies' die ik met ingewikkelde creaties hoef te imponeren. Zaterdag ging ik naar de Noordermarkt en kocht wat me aanstond: kleine ronde courgettes, rabarber, een nieuw soort mosterdblad genaamd 'red giant', en een grote bos snijbiet. Bij de Marokkaanse supermarkt nog feta en watermeloen, en nog steeds had ik eigenlijk geen idee wat het zou worden. Maar de volgende dag ging alles vanzelf.

Ik heb die avond geen foto’s gemaakt dus jullie moeten me op mijn woord geloven als ik zeg dat het één van de lekkerste diners was die ik in tijden op tafel had gezet. De ronde courgettes heb ik uitgehold en gevuld met simpele courgette-basilicum risotto. Broodkruim en Parmezaan erop en gebakken in de oven. De snijbiet gestoofd in ruim olijfolie met heel veel knoflook, rozijnen erbij en geroosterde pijnboompitten er overheen. De salade was doodeenvoudig: de blaadjes red giant (een soort kruising tussen radijsblad, waterkers en raapsteeltjes) waren pittig, de koude stukjes watermeloen sappig en fris, de kaas romig en zacht en vol van smaak. De volgende dag was er van alle drie de ingrediënten nog een restje, dus kon ik er tóch een foto van maken.
Als toetje rabarber crumble: kleingesneden rabarber en aardbeien, met een crumble erop van 50 gram donkere basterdsuiker, 70 gram koude boter in blokjes, 50 gram havermout, 50 gram bloem, 75 gram fijngehakte pecannoten. Een flinke bol vanille ijs op de warme zoete crumble...mmm.

Ook de volgende dag, werd een restje risotto omgetoverd in alweer zo’n geluks-toevalstreffer. Ik dacht aan arancini, gefrituurde risottoballetjes, maar (zie luiheid) frituren was me teveel moeite. In plaats daarvan bakte ik er een omelet van die zo de moeite waard was, dat je er bijna expres risotto voor zou maken.


Risotto-frittata (mooiste woord van de dag)
1 kopje overgebleven risotto
Een flinke hand heel fijngesneden basilicum
Een flinke hand geraspte parmezaanse kaas
Peper en zout
2 eieren

Klop de eieren door de risotto en doe zout en peper, kaas en basilicum erbij. Gebruik een koekenpan met goede anti-aanbaklaag en verhit daarin een klein beetje olijfolie. Je kunt een grote pan gebruiken en daarin kleine hoopjes beslag bakken, of, zoals ik deed, een mini koekenpannetje nemen en 1 frittata bakken. Bak een paar minuten op laag vuur, keer de omelet voorzichtig om en bak nog een minuutje. Strooi er voor het serveren nog wat kaas over.

2.6.08

Asperges: zolang het kan

aspergefestijn bij de aspergeconnectie: asperges schillen voor 6 hongerige eters

Asperges zolang het kan, dit seizoen, of misschien een beetje langer. Niets is natuurlijk zo lekker als kraakverse sappige asperges, vanochtend gestoken en vanavond op je bord - en dankzij mijn asperge connectie kan ik daar ook paar keer per aspergeseizoen van genieten. Maar als ik dan verblijd word met een paar kilo asperges, dan doe ik tegenwoordig ook een paar porties (rauw, geschild) in de vriezer en dat werkt eigenlijk heel goed. De ingevroren asperges zijn misschien een graadje minder lekker dan de verse, maar heel geschikt om mee an het spelen te gaan. Niet in hele rare gerechten - maar vorige week maakte ik een geweldige asperge quiche. Alle klassieke aspergesmaken (ham, ei, boter) zaten erin. Een groot succes.

Voor 2 personen (of voorgerecht voor 4 personen)
korstdeeg van 150 gram bloem, snuf zout, 75 gram boter en voldoende ijswater om een samenhangend deeg te maken.
Druk dit deeg in een klein (18 c. doorsnee) springvorm (je hebt niet genoeg deeg om tot aan de rand van de vorm te komen). Zet de vorm in de vriezer, minstens een half uur.
Verhit de oven voor op 180 C.

voor de vulling:
350 gram asperges (gechild gewicht)
2 eieren
100 ml. slagroom
2 eetlepels geraspte parmezaan
75 gram goede, licht gerookte ham
een klein sjalotje, gesnipperd
een klein klontje boter
een handje fijngesneden verse dille, of bieslook, of peterselie
peper, zout, nootmuskaat



Kook de asperges in ruim water met zout beetgaar. Snij de punten eraf en snij de rest van de asperges in plakjes.
Bak het sjalotje zachtjes in een klein klontje boter. Doe de plakjes asperges en de ham hierbij en warm heel even door.
Klop de eieren met de slagroom, peper zout en nootmuskaat, en meng de kaas erdoor. (Tip: ik mengde de kruiden door het eimengsel, maar als je het dan over de vulling giet, blijft een deel van de kruiden bovenop de vulling liggen - niet zo´n mooi gezicht. Je kan de kruiden dus beter door het asperge/ham mengsel roeren).

Zet de vorm met het deeg rechtstreeks vanuit de vriezer in de oven en bak ca. 10 minuten. Omdat het deeg bevroren is hoef je niet moeilijk te doen met blindbakbonen etc: het zal niet krimpen. Het is voor deze taart wel heel belangrijk om de deegkorst voor te bakken: je wilt dat de vulling romig en zacht blijft.

Als de korst klaar is (lichtbruin van kleur), neem je de vorm uit de oven. Schep het aspergemengsel in de vorm en leg dan de achtergehouden aspergepunten in een mooi patroon er bovenop. Giet het ei/roommengsel eroverheen, en zet de quiche dan ca. 35-40 minuten in de oven, of tot de vulling eee beetje gerezen is en een mes wat je erin steekt er licht vochtig uit komt. Laat de taart niet te gaar worden.