Het is tijd voor een bekentenis.
Tot afgelopen woensdag had ik nog nooit
postelein gegeten.
Ik weet het, het is ongelooflijk. Een foodblogger met een uitgesproken zwakke plek voor de
Hollandse keuken, voor nieuwe dingen, voor groene bladgroenten. Hoe is het mogelijk dat deze oerhollandse groente dan tot nu toe aan me voorbij is gegaan? Ik heb het nooit gekocht, nooit gegeten, nooit klaargemaakt. Maar vreemder is haast nog dat ik het ook vroeger nooit gegeten heb. Mijn opa had een tuin vol postelein, en dat was maar goed ook, want mijn oma was er dol op. Maar mijn moeder lustte het niet, en dus kwam het bij ons thuis niet op tafel. (Ze hield ook niet van andijvie, maar dat was weer mijn vaders lievelingskostje, dus dat maakte ze, zij het met lichte tegenzin, wél klaar).
Dat is natuurlijk niet echt een verklaring. Als ik begin met het opsommen van alle dingen die mijn moeder niet maakte, en die ik wel regelmatig op tafel zet, dan kan ik rustig doortypen tot ik een muisarm heb. Nieuwe dingen maken me nieuwsgierig. Maar postelein dus niet. Jarenlang heb ik het op markten genegeerd.
Andere bronnen hebben me ook niet nieuwsgierig gemaakt door de jaren heen: heb er niet vaak over gelezen, kwam het in kookboeken niet tegen. Ik weet er de Engelse naam niet voor, dus als er al recepten voor in mijn voornamelijk engelstalige kookboeken staan, dan heb ik ze niet herkend. Ik heb het nooit op het menu van een restaurant gezien. Nu ja, allemaal smoesjes!
Woensdag gebeurde het: ik zag een grote bak postelein bij de supermarkt liggen. Ik had nog geen plannen voor het avondeten. Ik dacht: waarom niet? (waarom ik dat ineens dacht, dat blijft een raadsel).
Thuis maar snel even gegoogled om te kijken wat ik ermee moet. Er komt niet héél veel naar boven drijven, maar wel leer ik al snel dat postelein in het Engels
purslane heet, dat het in veel landen (met name in Amerika) als een onkruid gezien wordt, in Midden Europa en India veel gebruikt wordt, dat Nederland één van de weinige landen in West Europa is waar het als groente gewaardeerd wordt. En nog meer leuke weetjes: het zit vol cholesterol verlagende omega3 vetzuren, Gandhi was er dol op, en Plinius adviseerde om het plantje als amulet bij je te dragen, om het kwaad af te weren.
Alles leuk en wel maar nu moet het maar eens gegeten worden. De recepten die ik vind geven bereidingswijzen uit alle hoeken van het culinaire spectrum: rauw in salades, gebakken, gestoofd, in soep. Ik heb een hele grote zak gekocht dus wij eten 2 avonden achter elkaar postelein.
Eerst maar eens rauw proeven. Stevige blaadjes, met pittige, licht zure, intens ‘groene’ smaak. Een soort kruising tussen waterkers, radijsblad, zuring en snijbiet. Lekker.
Woensdag schep ik de rauwe blaadjes door een met mosterdmayonaise aangemaakte aardappelsalade. We eten er een rosé gebraden lamsboutje bij en ik vind het een heerlijk voorjaarsmaaltje. De volgende dag wil ik de postelein warm verwerken, en omdat ik aanneem dat je het kunt gebruiken zoals spinazie, wordt het een spanakopitta-achtige filo taart met feta en bosui. De postelein eerst gaar gestoofd met knoflook: net als spinazie en snijbiet slinkt het enorm, maar blijft wel stevig.
Tijdens het eten zegt Dennis: "Ik geloof dat ik niet zo van postelein hou." Doorvragen levert de adjectieven 'zurig' 'metalig', 'grassig' en 'gronderig' op. Het verbaast me hogelijk, omdat hij wel veel van spinazie en snijbiet houdt. Hij zegt dat het meer op andijvie lijkt dan op spinazie. En ik denk aan mijn moeder die geen andijvie én geen postelein lust. Hm. Smaak blijft een vreemd, ongrijpbaar iets!
Ik heb genoten van de postelein, zowel rauw als in de taart. En en passant heb ik ook dit heerlijke filotaartje verzonnen, wat overigens denk ik ook heel lekker zou zijn met een vulling van spinazie. Of andijvie...
Postelein feta taartje1 pak filodeeg (250 gram), ontdooid
500 gram postelein, gewassen, schoongemaakt gewicht (dwz de worteleindjes eraf gesneden)
100 gram goede feta (niet te zout)
1 bosje lenteui, gewassen en in stukjes gesneden
2 tenen knoflook
Peper en zout en nootmuskaat
1 ei
olijfolie
sesamzaad
de bodem van een springvorm van 20 c. doorsnee
Verhit de oven voor op 180 C.
Verhit een eetlepel olie in een koekenpan en bak hierin de knoflook en bosui zachtjes glazig. Stoof in een grote pan de postelein met aanhangend water, tot deze zacht is. Laat in een zeef goed uitlekken en druk er zoveel mogelijk vocht uit. Snij de postelein wat kleiner. Doe de postelein, in blokjes gesneden feta, peper zout en nootmuskaat bij de knoflook/bosui. Laat het mengsel wat afkoelen en roer er dan een losgeklopt ei door.
Leg een plakje filo op de springvormbodem. Smeer het deeg in met olie en leg er een ander plakje bovenop, iets verspringend. Ga zo door met de helft van alle plakjes deeg (elk plakje met olie insmeren). Schep de vulling erop. Vouw de overhangende deegrandjes over de vulling, en leg dan een plakje deeg bovenop het taartje. Vouw het eromheen (alsof je een bed opmaakt). Smeer het deeg in met olie en ga door met de rest van het deeg, vouw elk plakje eromheen tot het deeg is opgebruikt. Je hebt nu een soort taartkussen. Smeer de bovenkant weer in met olie, besprenkel met sesamzaad. Bak het taartje ca. 35 minuten op 180 C. Laat iets afkoelen voor het serveren.
*******************
naschrift: mijn moeder (trouw lezer van dit weblog) meldt me dat de postelein die mijn opa in de tuin had, heel wat anders was dan de postelein die je in de winkels kunt kopen. Kortere stelen en dikkere bladen! Mijn oma had voor de langstelige winkel-postelein (het soort waar ik deze week mee aan de slag ben geweest) geen goed woord over. "Apenhaar", noemde ze het...