Bulgur wordt vaak omschreven als gebroken tarwe, maar hoewel het wel wordt gemaakt van tarwe en de korrels wel gebroken zijn, is de echte gebroken tarwe (in het Engels: cracked wheat) toch iets anders. Voor bulgur worden de tarwekorrels gestoomd, gedroogd en dan meer of minder fijn vermalen. Gebroken tarwe is niets anders dan gebroken tarwe – niet voorgekookt dus, en dat maakt nogal wat uit voor de recepten waar je het graan in gebruiken wilt. In tabbouleh bijvoorbeeld, de Libanese bulgursalade met veel verse kruiden, wordt fijne bulgur geweekt in water en daarna aangemaakt met citroensap en verse tomaten. Een pilaf kun je wel bereiden met gebroken tarwe, maar hij zal langer moeten koken dan wanneer je bulgur gebruikt.
Gisteren maakte ik mijn favoriete bulgur recept. Ik vond het een paar maanden geleden in Claudia Roden’s
Book of Jewish Food, een boek waar ik de rest van mijn leven uit kan blijven koken. Ik heb het al zeker 2 keer helemaal doorgenomen, van kaft tot kaft, maar elke keer als ik even in blader valt mijn oog weer op een nieuw recept.
Voorheen gebruikte ik vooral fijne bulgur in tabbouleh-achtige salades, maar nu maak ik heel vaak deze bulgur met tomaten als warm bijgerecht. Het is heerlijk bij lamsvlees, geroosterde kip, en gehaktballetjes. Soms maak ik het met alleen maar tomaten, soms bak ik in een koekenpan blokjes aubergine of courgette en roer die op het laatst door de pilaf. Ook stukjes feta of andere pittige kaas zijn er heerlijk in. En verse munt, dille en basilicum lijken gemaakt voor de nootachtige smaak van de bulgur, met het lichtzure accent van de tomaat. Het lukt altijd (wat ik van mijn gekookte rijst niet bepaald kan zeggen) en restjes zijn de volgende dag koud ook heerlijk.
Bulgurpilaf met tomaten Bijgerecht voor 2 personen, met een restje voor de volgende dag
160 gram grove bulgur
1 blik tomaten
2 eetlepels olie
2 theelepels suiker
½ theelepel zout
Beetje versgemalen peper
Pureer de tomaten, sap en al, met de staafmixer of in de keukenmachine. Meet hoeveel tomatensap je hebt, en vul het met water aan tot 500 ml.
Doe de gepureerde tomaat met de olie, suiker, peper en zout in een sauspan en breng aan de kook. Voeg de bulgur toe.
Het lijkt nu alsof je een beetje graan in een pan tomatensoep strooit. Geen zorgen, het komt goed. Laat de bulgur op heel laag vuur ca. 12 minuten afgedekt zachtjes koken. Roer dan om, zet het vuur uit en leg een paar velletjes keukenpapier onder het deksel zodat de stoom van het deksel daardoor geabsorbeerd wordt en niet terugvalt in de pan. Laat van het vuur af staan, minstens 10 minuten, maar langer kan geen kwaad. Dan hebben de bulgurkorrels al het tomatensap in zich opgezogen. (eventueel kun je vlak voor het serveren, als de bulgur teveel is afgekoeld, de pilaf nog even op laag vuur doorwarmen – maar pas dan op dat het niet aanbrandt).
Serveer zo, of roer je smaakmakers naar keuze erdoor.
Wij aten het gisteren met gehaktballetjes en
geroosterde bloemkool – de beste die ik ooit maakte, geloof ik. Te danken aan de telefonische vergadering waar Dennis in bleef hangen, hierdoor bleef de bloemkool net iets langer dan anders in de oven en werd hij ultra bruin en knapperig!
No comments:
Post a Comment