7.4.12

Het bloed kruipt

Omdat ik toch nog steeds denk dat ik iets te zeggen heb, of iets te laten zien. Wie wil, kan hier een kijkje komen nemen.

21.3.12

Veranderingen



Time may change me
But I can't trace time
David Bowie, Changes

Op 6 januari 2006 schreef ik hier, op Alles over Eten, mijn allereerste blogpost.
Het ging over goede voornemens, en dat lekker eten belangrijker is dan streng voor jezelf zijn, en dat het niet nodig is om je schuldig te voelen als je ergens van geniet. En ja, een recept: voor sobanoedels met peultjes.

Ruim zes jaar heb ik hier recepten gedeeld. Gemijmerd over het leven en wat eten in dat leven voor mij betekent. Ik heb geheime boodschappen verstopt in mijn berichtjes, codetaal die soms maar door één persoon onder al mijn lezers begrepen werd. Dit blog was een verslag van mijn liefde voor eten, mijn verlangen om liefde voor mensen uit te drukken in wat er mooi uit ziet en lekker smaakt. Eten was een taal en via woorden en beelden praatte ik met jullie, mijn lezers.

De laatste tijd had ik niet zoveel meer te vertellen.

Laatst zei ik tegen iemand iets wat ik al heel vaak gezegd heb.
"Ik denk altijd aan eten."
En terwijl ik het zei, wist ik dat het niet waar was.
Niet meer.

Ik hou nog steeds van eten, van koken, van restaurantmenu's bekijken, van eten samen met de mensen van wie ik hou. Van een simpel, perfect gebakken ei aan mijn eigen eettafel tot een sprookjesachtig sushi diner in een wolkenkrabber in Tokio. Maar de obsessie, het urenlang in kookboeken bladeren, op de fiets fantaseren over wat ik savonds zal maken, voor ik in slaap val menu's voor etentjes met vrienden componeren... dat is weg.

Maandag ging ik naar de film. Ik zag A Dangerous Method, waarin je (onder meer - want de film gaat over van alles) ziet hoe een schuimbekkende, nonsens uitkramende hysterica zichzelf met behulp van psychoanalyse zozeer opnieuw uitvindt, dat ze aan het eind van de film door Freud himself genoeg gerespecteerd wordt dat hij een paar van zijn patienten aan haar toe vertrouwt.

Al jarenlang kom ik in mijn favoriete café een man tegen. Op een gegeven moment waren we zover dat we elkaar groetten bij binnenkomst en vertrek. Maar in gesprek raakten we pas toen iemand met wie hij een biertje zat te drinken aan mij vroeg: "wat doe jij eigenlijk?" en ik dit blog noemde. Nog diezelfde avond kreeg ik een mail van m'n café-kennis, dat hij mijn site gevonden had, aan het lezen was gegaan, en dat het leuk was. Sindsdien groetten we elkaar niet alleen maar, maar kletsen we af en toe, en hebben gesprekjes die interessant zijn en nog interessanter zouden kunnen worden. Maandag, na de film, kwam ik hem tegen. Ik stond buiten mijn wekelijkse sigaret te roken, en ineens zei ik:
"Ik heb vanmiddag besloten om met mijn blog te stoppen."
Ik schrok er zelf een beetje van. Maar het voelde ook als een grote opluchting.

Alles over Eten heeft me veel gebracht. Van vluchtige contacten tot echte vriendschappen. Uitwisselingen met andere bloggers, betaald werk, complimenten, erkenning. En ontzettend veel plezier in het mooi maken, beschrijven en fotograferen van alles, wat met eten te maken heeft.

Maar alles verandert, en het wordt tijd voor een andere taal. Er zijn andere dingen belangrijker aan het worden, dingen waarover ik iets wil zeggen, dingen waar ik meer aan denk, dan aan eten.

Ik weet nog niet precies hoe, en wat. Ik blijf een schijver, en ik sluit niet uit dat ik over eten zal schrijven, ergens, als iemand me dat vraagt, of met een leuke opdracht komt. Maar na zes jaar bloggen over eten wordt het tijd om na te denken over een nieuwe koers, en dat nadenken, dat lukt niet als ik me steeds schuldig voel dat ik al zolang geen nieuw recept heb gepubliceerd.

Het blog blijft hier, voor wie in de zes-jarige archieven wil duiken. Commentaar geven of vragen stellen over oude posts kan nog steeds en ik hoop dan tijdig antwoord te geven.

Ik heb een paar nieuwe projectjes op stapel staan, maar voorlopig ga ik eerst even genieten, zonder schuldgevoel.


Bedankt, iedereen, voor het lezen. Tot ergens!

7.3.12

Citroen, griesmeel, pijnboompitten, rozemarijn



Deze citroencake nam ik dit weekend mee naar een etentje bij vrienden (nadat mijn vriendin me had gesms't dat ze geen kans meer zag om een toetje te maken, of ik het niet erg vond dat er alleen lekkere chocola bij de koffie was? natuurlijk vond ik dat niet erg, maar aangezien ik op zaterdagmiddag een paar uurtjes over had, ik net in de trein de nieuwe Good Food had zitten spellen en daar een aantrekkelijk cake-recept in had gezien..werd dit, in plaats van een fles wijn, het meeneem-cadeautje).

Het was een geweldige cake, hoewel - of omdat - ik een paar dingen helemaal anders deed (lees: te lui was om naar de winkel te gaan voor polenta of amandelen).
Ik verving de amandelen door gemalen pijnboompitten, en de polenta door griesmeel. Ik gebruikte een fruitige olijfolie in plaats van de neutrale olie in het recept. En ik liet een takje rozemarijn meetrekken in de suikerstroop, wat de citroensmaak van het geheel mooi complementeerde.

De volgende dag was ie eigenlijk nog lekkerder. Dat weet ik omdat ik na het etentje een stukje van mijn eigen taart mee naar huis kreeg...

6.3.12

In de categorie Goed Nieuws


Mijn favoriete pizzeria, La Perla, heeft tegenover de afhaal/snelle opeet locatie een nieuw restaurant geopend. Zoals altijd als het om veranderingen gaat was ik sceptisch (zou de echt La Perla sfeer het wel volhouden in een andere ruimte? kan ik ook nog gewoon aan de grote tafel aanschuiven als ik niet echt 'uit eten' wil? blijven de pizza's wel net zo lekker?) maar inmiddels zie ik alleen maar voordelen.

Voor de snelle hap, al dan niet solo, kun je gewoon naar de oude plek. Maar als je wat uitgebreider wil tafelen, met hapjes vooraf, radicchiosalade en natuurlijk met WIJN, dan is een tafeltje in het nieuwe restaurant een uitkomst. De pizza's komen gewoon uit de oven aan de overkant, de bediening is net zo aardig, je kan zo lang blijven zitten als je wil. Drink alleen niet teveel van die lekkere Italiaanse wijn anders ga je op het toilet misschien... dubbel zien.

5.3.12

Retro is goed


Mijn moeder had vroeger een paar zoetigheden in haar repertoire die elkaar met rustgevende regelmaat afwisselden. In mijn herinnering (en die kan best niet kloppen, zo gaat dat soms met herinneringen) hadden we elke zondag "iets lekkers" bij de koffie, iets om naar uit te kijken voor na het wekelijkse kerkbezoek. Appeltaart, gemberkoek, cake, monchoutaart, en in de zomer, mijn favoriet: aardbeienkwarktaart.

Ik denk dat ik zo'n 20 jaar geen echte ouderwetse 'hollandse' kwarktaart (dat wil zeggen een koelkastkwarktaart met gelatine, in plaats van een Amerikaanse gebakken cheesecake) had gegeten. Laat staan zelf gemaakt. Maar toen ik laatst voor een verjaardagslunch op zoek was naar een licht, fris, niet te calorierijk toetje, dacht ik eraan.
Deze citroen kwarktaart komt van de BBC Good Food site en was ontzettend lekker.
Mocht je hem ook willen maken: Britse gelatine blaadjes zijn misschien anders van formaat. Ik gebruikte 6 van die kleine Dr Oetker gelatine blaadjes en de consistentie van de taart was perfect.

In plaats van blauwe bessen zouden frambozen ook heerlijk zijn bij deze taart.

16.2.12

Vriezen en dooien



Ook al is het dan niet meer zo siberisch koud, een pan soep die de hele middag staat te pruttelen en het huis vult met een heerlijke en veelbelovende geur, is in februari nog steeds mijn favoriete eten.

Toen ik zaterdag van het staartje vorst gebruik maakte om mijn vriezer te ontdooien, deed ik een paar leuke vondsten in mijn aangekoekte vriezerlades. De laatste capucijners! een bakje kweepeerpuree! een halve rol filodeeg! en: een rookworst van slagerij Herman de Wit!

Er stond een vegetarische witte bonensoep op het programma voor de zondag, maar dat werd dus uiteindelijk een soep-met-worst.

Iets over kruiden: ik weet dat er in culikringen altijd gemopperd wordt over supermarkt kruiden, dat ze duur zijn voor weinig, dat je beter hele bossen kruiden op de markt kunt kopen enzovoorts. Nou, ik weet niet hoe het jullie vergaat, maar de laatste keer dat ik een bos koriander, salie, tijm, of wat dan ook in zijn geheel heb opgemaakt voordat hij slap en bruin en niet meer te eten was, kan ik me niet herinneren. (Alleen peterselie gaat hier meestal, maar zelfs ook niet altijd, op). Dan heb je dus een goedkoop bosje tijm van de markt waar je na een week de helft van weggooit. Over verspilling gesproken.
Ik ben dan ook groot fan van de pakjes 'kruidenmix' die je bij de meeste supermarkten kunt kopen: een paar takjes tijm, rozemarijn, salie en oregano. Sterk smakende kruiden waar je niet heel veel van gebruikt, die vaak juist wel erg lekker zijn om met elkaar te combineren.

De boerenkool in deze soep kun je vervangen door snijbiet of spinazie.



Witte bonensoep met boerenkool en worst
voor 4 personen

3 grote uien, gehalveerd en in ringen
3 tenen knoflook, gesnipperd
200 gram gedroogde witte bonen
1 eetlepel elk fijngehakte verse tijm, rozemarijn, salie
1 liter water
250 ml tomatensap
1 paddestoelenbouillonblokje
250 gram boerenkool (schoongemaakt gewicht, dus zonder de dikke nerven)
1 rookworst, in plakjes
peper, zout

Zet een ketel water op. Doe de bonen in een vuurvaste kom of pan en overgiet ze met kokend water. Laat 1 uur staan.
Intussen: doe de ui en knoflook met een flinke scheut olijfolie in een grote soeppan, en laat met het deksel op de pan ca. 1 uur op heel laag vuur stoven. Als het vuur laag genoeg staat (gebruik een vlamverdeler) zal het niet aanbakken, maar controleer dit af en toe even.
Giet de bonen af en doe ze bij de uien. Voeg de kruiden toe, bouillonblokje, water en tomatensap. Breng de soep aan de kook en laat koken tot de bonen gaar en zacht zijn (minstens anderhalf uur, misschien langer.)
Doe de boerenkool en de worst bij de soep en kook tot de boerenkool net geslonken is. Proef op zout en peper en serveer.

15.2.12

Puddingliefde


Ja, dat is toch wel leuk.
Om als je ziek in bed ligt op 14 februari, wakker gebeld te worden door een bezorger met een roos.

De allereerste keer in mijn leven, als ik het zeggen mag, dat ik met Valentijnsdag op zo'n manier verrast werd. En weet je? Dan vind je het ineens geen rare commerciële uitvinding meer, dat hele Valentijnsgedoe. Dan is het gewoon leuk, dat er iemand aan je gedacht heeft.

Op het schoolbord in mijn keuken wisselen de inspirerende spreuken en citaten elkaar af. Maar 1 staat er al jaren op en die haal ik voorlopig ook niet weg:

Assume nothing.

Neem niets voor vanzelfsprekend aan. Geloof niet, zonder verder na te denken of echt goed te kijken, dat iets raar is, of oppervlakkig, of nietszeggend, of onmogelijk. Neem niets aan. Laat je verrassen. Door een rozenbezorger. Door liefde.

Goed. Hoe maak ik een bruggetje van een onverwachte roos naar onverwacht lekkere pudding? Ach. Laat de pudding voor zichzelf spreken. Of ja: als ik een romantisch diner had moeten koken deze week, dan waren deze puddinkjes een geweldig toetje geweest. Makkelijk, niet te machtig (voor als je na het eten nog plannen hebt), en lekker. Ze worden stevig genoeg om ze te storten, maar eigenlijk vind ik zo'n puddinkje op een bordje altijd een beetje iets tuttigs hebben, en is het veel gezelliger om de pudding gewoon uit het vormpje op te lepelen.

Maar toen ik ze maakte, was het gewoon een saaie zondagmiddag die door pudding werd opgefleurd. Daar zijn ze ook heel geschikt voor, namelijk.




Ik: "ik heb zin om pudding te maken."
Dennis: "ja, dat kun je soms zo hebben he?"

Pudding is zo simpel. Een beetje, ei, maizena, melk, een smaakmaker. Dit keer volgde ik deze instructies, maar omdat ik eigenwijs ben, en het niet laten kan zelfs aan het simpelste receptje nog iets te veranderen, veranderde ik dus iets.
In plaats van er aan het eind wat boter door te roeren, deed ik een paar eetlepels van de pistachepasta bij die Dennis in december meenam uit Sicilië, toen hij daar een ook alweer onverwacht en ongewoon bezoekje bracht. Het gaf een heel subtiele pistache-smaak (en de pudding werd iets te zoet, omdat de pistachepasta ook gezoet is, en ik mijn twist pas op het laatste moment bedacht). Wat fijngehakte pistachenootjes als garnering was natuurlijk leuk geweest, maar die heb ik meestal niet 'zomaar' in huis als ik 'zomaar' even zin heb om pudding te maken.
Wat ik vervolgens bedacht: met met cashewnotenpasta of amandelpasta zou dit ook heel lekker zijn. Of, chocoladepudding met een paar eetlepels pindakaas of hazelnootpasta (geen Nutella, maar pasta van hazelnoten)! Reese's cup pudding!

Verdere experimenten zijn nodig...

14.2.12

Biber, Isot


Altijd leuk, iets nieuws ontdekken. Ik was bij de Turkse supermarkt om kruiden te kopen en zag ineens een voor mij onbekend zakje: Isot peper.
De aardige jongen bij de kassa wilde mij nog waarschuwen: "Ken je het wel? Is erg heet!" maar ik zei dat dat niet uitmaakte, dat ik dat lekker vind, en dat ik het gewoon graag wilde uitproberen.
Isot peper, ook wel bekend als Urfa peper (Urfa biber - biber = peper) is een Turkse peper die door het speciale bewerkingsproces (eerst gedroogd in de zon, dan 'snachts stevig ingepakt) z'n diepe kleur en aparte smaak krijgt.

De peper is bijna zwart (vergelijk hem op de foto met mijn geliefde Pul Biber, de 'chilivlokken' die in zoveel van mijn recepten opduiken) en de waarschuwing van de groenteman ten spijt, niet zo vreselijk pittig. Ik zou de smaak als warm omschrijven, een beetje rokerig, maar ook zoetig.

Al googelend lees ik dat het in Amerika hip is om deze peper in toetjes te verwerken. Hij schijnt goed samen te gaan met chocola en koffie. En wat ik meteen dacht: dit is een fantastische peper voor wie in Nederland Mexicaans wil koken maar geen authentieke Mexicaanse pepers kan kopen. Een combinatie van Isot biber, Pul biber, Spaanse gerookte paprika poeder en Spaanse nora pepers (bij Spaanse delicatessenwinkels te koop) brengt je een eind op weg als je een Mexicaans-achtig chilimengsel wilt maken.

13.2.12

Rood en wild



Rode rijst en wilde rijst zijn allebei heerlijk om lauwwarm of op kamertemperatuur in salades te verwerken, met veel groente en een pittige of zurige dressing die contrasteert met de aardse rijst. Zie bijvoorbeeld hier voor een salade van rode rijst met witlof, nootjes en abrikozen, en hier
voor een wilde rijstsalade met geroosterde broccoli en asperges.

Laatst had ik nog maar een klein restje rode en een klein restje wilde rijst toen ik zo'n salade wilde maken. Nu weet ik dat ze ongeveer dezelfde kooktijd hebben, dus waarom de twee niet gecombineerd? Het werkte goed. Ze hebben een vergelijkbare, maar toch niet helemaal gelijke, noot-achtige smaak. De wilde rijst houdt na het koken een iets taaiere bite. En de combinatie van roodbruine, dikke korrels en lange, dunne, diepbruine korrels ziet er op je bord ook nog eens erg mooi uit.

De licht bittere gegrilde sla past er goed bij. Zo wordt het een verrassend en voedzaam vegetarisch voorgerecht voor 4-5 personen. Als je de sla weglaat is de rijstsalade een mooi bijgerecht bij, bijvoorbeeld, een gebraden kip of (lams)gehaktballetjes.
Ik had toevallig heerlijke belegen schapenkaas in de koelkast, maar je kunt ook een geitenkaas (hard of zacht) of zelfs wat schaafsel Parmezaan gebruiken. Het pittig-zoute van de kaas is er erg lekker bij.



Rode Wilde Rijstsalade

40 gram wilde rijst
40 gram rode rijst
250 gr pompoen, schoongemaakt gewicht, in blokjes
2 flinke rode uien, in partjes
1 volle eetlepel verse tijmblaadjes
2 etlepels olijfolie
1 teen knoflook gekneusd
1 eetlepel japanse sojasaus
1 eetlepel ciderazijn
verbrokkelde geiten- of schapenkaas, of parmezaankrullen
2 little gems
olijfolie
zout & peper
citroensap

Verwarm de oven voor op 200 C. Spreid de pompoen en ui in 1 laag uit op een met bakpapier beklede bakplaat. Bestrooi met zout en peper en druppel er wat olie over.
Was de rijst, doe in een pan met ruim water en wat zout. Breng aan de kook en laat 40-45 minuten zachtjes koken.
Rooster de pompoen en ui ca. 30 minuten of tot de pompoen zacht is en de ui goudbruin en een beetje krokant.
Giet de rijst af, laat goed uitlekken en doe in een kom.
Verwarm in een klein pannetje op laag vuur de 2 eetlepels olijfolie met de tijmblaadjes en de gekneusde teen knoflook, een minuut of 2, tot de knoflook heel geurig is. Verwijder de knoflook en roer de sojasaus en azijn erdoor en breng op smaak met zout en peper. Schep de dressing door de nog warme rijst. Schep dan de pompoen en ui erdoor en laat op kamertemperatuur staan.
Snijd de little gems doormidden en de helften daarna in 3 of 4 partjes. Let op dat je steeds een stukje van het stronkje intact houdt, dan vallen de partjes straks niet uit elkaar. Verhit een grilpan op middelhoog vuur. Bedruppel de sla met wat olie en grill ze dan, een paar minuten per kant.
Bestrooi de sla met wat zeezout en druppel er wat citroensap over. Schep de rijstsalade op een grote schaal en brokkel de kaas erover. Bestrooi eventueel nog met wat extra tijm. Leg de partjes sla ernaast en serveer.

11.2.12

Daar gaan we weer


Komt er dan geen eind aan? Nadat ik (ik doe maar een greep uit het archief)
kikkererwten, koolraap, linzen, rettich, amaranth, quinoa tot pannenkoekjes heb verwerkt, kreeg ik een nieuw idee. Koekjes van tofu, dat leek me geweldig. Ik zag een stevig koekje voor me, romig van binnen en knapperig van buiten, de neutrale tofu als blank canvas voor welk smaakje je er ook maar aan toe zou willen voegen. Ik experimenteerde een paar keer - gelukkig als Dennis niet thuis was, want elke keer belandden de baksels en en overgebleven beslag in de prullenbak. De smaak kreeg ik goed (een keer met kerrie en koriander, een keer met rozemarijn en gecaramelliseerde prei) maar de textuur die ik voor ogen had, bleef me ontsnappen. In plaats van zacht en romig werden ze droog en korrelig en met een nogal onaangenaam mondgevoel.

Gisteren maar weer een poging gewaagd. Wat ik anders deed: een flinke schep dikke Turkse yoghurt door het beslag. En voila: daar waren mijn gedroomde tofupannenkoekjes.

Door de neutrale (of, zoals mensen die minder van sojaproducten houden, misschien zouden zeggen: 'flauwe') smaak van de tofu kun je je helemaal uitleven op de smaakmakers. Ik hield het dit keer simpel (was al blij dat ze eindelijk gelukt waren) met wat sinaasappelrasp en lente-ui, en wat chili-zout om ze na het bakken mee te bestrooien. De mogelijkheden zijn, letterlijk, eindeloos. Parmezaan en salie. Basilicum en stukjes zongedroogde tomaat en pijnboompitten. Citroenrasp en verse tijm. Geitenkaas en salie. Kerrie en gebakken ui. Doperwtjes en verse munt. Enzovoorts, enzovoorts. Denk er wel aan ze goed op smaak te brengen met zout en peper.
Je kunt ze van tevoren maken en in een droge koekenpan of in een hete oven opwarmen, maar vers uit de pan zijn ze het allerlekkerst.



Tofupannenkoekjes, voor ca. 12 stuks
200 gram tofu
2 lente-uitjes, fijngesneden
2 opgehoopte eetlepels volkorenbloem
1 ei
1 flinke eetlepel dikke Turkse of Griekse yoghurt
1 theelepel sinaasappelrasp
zout & peper
olie om te bakken
een mengsel van fleur de sel en chilivlokken, om ze na het bakken mee te bestrooien

Prak de tofu fijn. Meng de lente-ui, bloem, ei, yoghurt, sinaasappelrasp, en zout en peper erdoor. Meng tot een beslag.
Verhit wat olie in een koekenpan. Schep kleine bergjes van het beslag in de olie en bak de pannenkoekjes een paar minuten per kant of tot ze goudbruin zijn. Serveer ze met het chili-zout.

31.1.12

Brutale soep make-over



Ik hou van niks doen, zeg ik vaak.

Maar wanneer doe ik nu eigenlijk echt niks?

Weinig is zo moeilijk als gewoon, simpelweg, zijn, zonder activiteit.
En toch: er is wel gezegd dat alle menselijke ellende zijn oorzaak vindt in ons onvermogen alleen en stil te zijn.

Echt alleen en stil dus, he. Geen telefoon, geen muziek, geen kookboek, geen 24Kitchen. Niet nagelbijten, koffie drinken, blokjes kaas eten, borduren of roken. Zelfs niet: uit het raam kijken naar wat de buren aan het doen zijn.

De dingen met rust laten. Niet denken dat alles altijd maar anders moet, of beter. Dat je eigenlijk op een andere plek zou willen zijn, dan je bent. Dat iets moois nog mooier kan. Iets lekkers nog lekkerder.

Ik ben een groot fan van het blog Stone Soup, waar de meeste recepten niet meer dan 5 ingredienten bevatten en ook nog eens supersnel te maken zijn. Ik schreef er hier al eerder over. Maar ik moet ook toegeven: als ik haar recepten lees, spreekt de eenvoud en spaarzaamheid me aan, maar ik weet dat als ik zelf iets maak en uitprobeer, ik toch de verleiding (meestal) niet kan weerstaan om een recept een eigen draai te geven, iets toe te voegen, er iets geks of onverwachts mee te doen.



Rustig en stil kunnen zitten en de dingen de dingen laten is moeilijk. Maar misschien is het wel nog moeilijker (en dus nog waardevoller) als je in staat bent om te weten wanneer er actie moet zijn en wanneer niet, wanneer een creatieve uitbarsting op zijn plaats is en wanneer het leidt tot chaos en overkill, wanneer de dingen volmaakt zijn zoals ze zijn en wanneer het verrassend is om ze te veranderen (waardoor ze trouwens misschien niet eens beter worden, maar, gewoon, anders).


Ik moest er vandaag aan denken, toen ik mijn geweldige geroosterde bloemkoolsoep stond te maken en ineens dacht, hoe kan dit beter? Ach nee, hij hoeft niet beter. Ach wat, ik kan het toch proberen?

En zo ontstond hij, de make-over versie. De soep was lekkerder. De gecaramelliseerde prei geeft er een diepe, zoete smaak aan die in de originele soep ontbreekt. Het paddestoelenblokje maakt hem extra aards en geheimzinnig. Maar hij was ook... lelijker. Ja, ik denk te kunnen zeggen dat dit de onsmakelijkst uitziende soep is die er ooit in mijn keuken is geproduceerd. Een pan met goddelijke soep die er uitziet als iets wat je op zondagochtend vroeg aantreft op straat, in de achterafsteegjes van een studentenstad. Ja sorry, ik kan het niet milder omschrijven...

Mijn advies, dus: maak deze soep nu het nog wintertijd is en serveer hem bij zeer gedempt kaarslicht.
En daarom staan er geen soep-foto's bij deze post.

Ik vergat deze keer om stukjes geroosterde bloemkool te bewaren voor de garnering. Omdat elke gepureerde soep die ik eet gecombineerd moet worden met iets knapperigs, contrasterend in textuur, bakte ik wat tempeh blokjes. Broodcroutons werkt natuurlijk ook prima. En flink wat gehakte groene kruiden (peterselie, basilicum is ook lekker), om de soep visueel nog wat te pimpen.

Geroosterde bloemkoolsoep
1 grote bloemkool
2 flinke preien, wit en lichtgroen, fijngesneden
2 tenen knoflook, gesnipperd
1 bospaddestoelenblokje
1 flinke aardappel, in blokjes
750 ml water
150 ml melk
olie en boter
peper en zout

Verwarm de oven voor op 200 C.
Snij de bloemkool in plakken en spreid ze zoveel mogelijk in 1 laag uit op een met bakpapier beklede bakplaat. Druppel er wat olijfolie over en bestrooi met peper en zout. Rooster 20 miuten, schep een keer om, en rooster nog zo'n 20-25 minuten.
Stoof intussen de prei en knoflook op laag vuur, met het deksel op de pan, in een scheutje olie en een klont boter. Als je vuur laag genoeg staat (maar hou de prei in de gaten dat hij niet aanbrandt), duurt het stoof- en caramelliseringsproces ongeveer zo lang als het roosteren van de bloemkool.
Doe de aardappel bij de prei, het water, en het bouillonblokje. Haal de bloemkool uit de oven en doe bij de soep (hou een paar eetlepels krokant genakken bloemkoolstukjes achter om de soep te garneren).
Kook alles samen nog een minuut of 10. Pureer, voeg de melk toe, peper en zout, en eventueel extra water als je de soep te dik vindt.

p.s. de inspiratie voor vandaag kwam van hier.

Kikkererwten en rucola



Ja, alweer een variatie op het 'wat kunnen we pureren en tot gebakken koekjes transformeren' thema. Maar in dit geval kun je kant en klare kikkererwten uit blik gebruiken, zodat je niet eerst zelf iets hoeft te koken voor je het pureren kan. Sterker nog, de kikkererwten worden niet gepureerd maar zo'n beetje grof geplet met een vork, voor je de andere ingrediënten erdoor doet. En daarmee wordt dit wel een heel makkelijk doordeweeks hartig koekje.
Maak vooral de frisse yoghurtsaus erbij, erg lekker bij het kerrie-achtige koekje met z'n beetje brokkelige structuur.

voor ca. 10 stuks

1 blik kikkererwten, afgespoeld
4 eetlepels geraspte Parmezaanse kaas
2 eieren
peper, zout
1/2 theelepel chilivlokken
1 theelepel kurkuma
50 gram rucola, heel fijn gesneden
olie om te bakken

saus: yoghurt, vermengd met zout, gemalen komijn, gemalen koriander en een drupje citroensap naar smaak.




Plet de kikkererwten in een diep bord met een vork. Het hoeft geen pasta te worden, maar een soort kleverig brokkelig mengsel.
Meng de kaas, eieren, zout en peper, chilivlokken en kurkuma erdoor, en tenslotte de rucola.
Verhit wat olie in een koekenpan. Schep bergjes van het beslag in de hete olie en bak de koekjes een paar minuten per kant. Bak ze niet te lang, dan wordt de rucola te slap en verliest z'n smaak.
Serveer de koekjes met de yoghurtsaus.

30.1.12

Wat is het?



Ik was ergens te eten uitgenodigd (altijd een heuglijke gebeurtenis, dat er voor me gekookt wordt, en ik op zomaar een doordeweekse avond niks anders hoef te doen dan met een glas wijn in de hand achter over te leunen en te wachten tot er gezegd wordt: het eten is klaar!)
Mijn gastheer haalde met een zwier een springvorm-met-inhoud uit de oven. Ik zag een goudgele korst bestrooid met sesamzaadjes. Er had wel vanalles onder kunnen zitten: appeltaart, prei met spekjes, hele kippenpoten.

"Wat is het?"

"Griekse pastei."

"Waarom is het Grieks?"

"Uhm.... omdat er feta in zit, en oregano?"

Het bleek een groentemengsel van courgette, paprika, aubergine en aardappel, gebonden met ei, op smaak gebracht met feta en oregano. Al etend (een stuk, en nog een stuk, want wat het ook was, het was heerlijk) bedacht ik me dat diezelfde groente, maar dan met basilicum en parmezaan, een Italiaanse pastei hadden opgeleverd. Dille, karwij en roomkaas? een Scandinavische smaak. Verse koriander, komijnzaad en schapenkaas: we zijn in Marokko. Tijm, rozemarijn en Gruyere? Welkom in de Provence.

Het is leuk om te weten wat iets is, maar soms is het leuker om te bedenken wat iets nog meer zou kunnen zijn.



Deze macaronisalade heb ik de afgelopen weken al diverse keren gemaakt, volgens hetzelfde principe. De basis is simpel: gekookte macaroni (of andere kleine pasta) mengen met een mengsel van geroosterde groente. Voor 150 gram macaroni een kleine aubergine, een kleine courgette, een kleine paprika in hele kleine blokjes (ter grootte van een flinke doperwt) omscheppen met wat olie, peper en zout, en die in 1 laag op ene bakplaat roosteren op 200 C tot ze goudbruin zijn. Rooster ook een paar hele, niet schoongemaakte tenen knoflook mee.
Terwijl de groente roostert kun je nadenken over het smaakprofiel van je salade. Klop een dressing van citroensap en goede olijfolie (en prak er straks de uitgeknepen geroosterde knoflook door). Daar kan dan door wat je lekker vindt: verse kruiden, een snuf komijn en/of koriander, kleine stukjes zongedroogde tomaat of olijven, mosterd, een schep cottagecheese misschien.
De macaroni spoel je na het koken af onder de kraan en meng je meteen met de dressing en de warme groente. Eet lauwwarm of op kamertemperatuur.

18.1.12

Passage to India



Ik wil niet al te opschepperig overkomen als het gaat om mijn culinaire kennis, maar ik kan toch wel zeggen, dat het zelden voorkomt dat ik ergens ga eten en de gastheer of -vrouw zegt: ik maak puntjepuntjepuntje, goed? en dat ik dan niets anders voor ze heb dan een blanco blik en de wedervraag: wat is dat dan?

Ok, Peshwari naan en paneer Jalfrezi, geven me allebei wel een vaag idee van wat ik op mijn bord zal krijgen. Naan, ja, Indiaas brood.. maar wat is die Peshwari variant? Paneer, Indiase verse kaas. Maar van Jalfrezi had ik dus nog nooit gehoord.

Ik ben hopeloos onwetend als het gaat om de Indiase keuken. In dat licht is het mischien niet zo heel indrukwekkend dat ik, achteroverleunend en over mijn buik wrijvend, meldde dat het 'het beste Indiase eten ooit' was.

Maar het was gewoon echt ontzettend lekker.



Het geheimzinnige brood was naan gevuld met een lichtzoet mengsel van amandelen, rozijen (en kokos?) Klinkt meer als een toetje, maar smaakte heerlijk bij de warmkruidige, complexe rode saus die gevuld was met blokjes zelfgemaakte (!) verse kaas.
Rijst erbij en raita. En dan vergeet ik nog de gefrituurde tandori garnalen met koriander-joghurtsaus te vermelden, waar de avond mee begon.

Het is heerlijk als er iemand lekker voor je kookt. Als je dan ook nog eens urenlang je hart mag luchten over alle gecompliceerde ins & outs van je rare leven, en je niet alleen met een tevreden gevulde maag maar ook nog met wat nuttig levensadvies naar huis gaat... dan heb je niet veel meer te wensen, al is het maar voor even.

16.1.12

Warme soep


Een heerlijke maaltijdsoep die warm-goud van kleur is en warm-kruidig smaakt door de combinatie van komijn, koriander, kurkuma en chili.

De kip kun je makkelijk weglaten voor een vegetarische versie, dan zou ik eventueel wat meer kikkererwten of misschien een blikje witte bonen toevoegen.

Soep met kip, kikkererwten en spinazie
Maaltijdsoep voor 2 personen

1 flinke sjalot, gesnipperd
2 tenen knoflook, gesnipperd
1 theelepel gemalen komijn
1 theelepel gemalen koriander
2 theelepels kurkuma
1 theelepel chilivlokken
1 flinke eetlepel paprikapasta of tomatenpuree
2 flinke aardappels, in kleine blokjes
700 ml water
1/2 courgette, in kleine blokjes
1 blik kikkererwten, uitgelekt
150 gram kipfilet, in reepjes
ca. 100 gram spinazie, in reepjes
beetje citroensap
zout en peper
olijfolie

Fruit de ui en knoflook een minuut of 5 in een flinke scheut olijfolie. Voeg de specerijen toe en de paprikapuree en bak dit samen een paar minuten op laag vuur. Doe dan de aardappel erbij en het water. Breng aan de kook en laat 15 minuten zachtjes koken.
Doe de courgette en kip erbij en de kikkererwten. Kook nog 5 minuten. Roer dan de spinazie erdoor en kook nog een paar minuten.
Breng op smaak met zout, peper en citroensap en serveer. Je zou er nog brood bij kunnen geven, maar door de kikkererwten en aardappel is dat niet echt nodig.

15.1.12

Even in het bos





Voor zon, frisse lucht, samenzijn, weg van de stenen stad, bomen, schapen, blauwe luchten spiegelend in het water, en een Alice in Wonderland bankje.



12.1.12

China op de Cuyp


Oesters met zwarte bonensaus, en Mapo Dofou bij Uncle Wong in de Albert Cuypstraat.

Niet op de foto: de garnalen gyoza, pannenkoekjes met crispy duck, en de super spicy Szechuan Chicken.



Alles was lekker, het was niet duur, het ging snel, de service was vriendelijk en efficiënt. Toen ze ons zagen sniffen boven de ERG pittige Szechuan kip zei de ober dat hij de volgende keer wel aan de keuken kon vragen het wat minder pikant te maken? We konden hem maar moeilijk aan z'n verstand brengen dat het soms gewoon erg lekker is als het zweet je uitbreekt van een bordje kip. Blussen met droge rijst en witte wijn, en even later is er niks meer aan de hand.

De kaart is erg uitgebreid, en het loont de moeite om hier met een grote groep heen te gaan en allerlei verschillende gerechtjes te bestellen. Een fijn adres in de Pijp.

De granaatappel te lijf


Ik ben ontzettend dol op granaatappels. Maar jarenlang at ik ze veel te weinig naar mijn zin, gewoon omdat ik te lui was om ze schoon te maken. Als je een granaatappel opensnijdt liggen de glanzende pitjes als juweeltjes op je te wachten, maar zie ze dan maar eens tussen de harde witte vliezen uit te peuteren zonder een vloek- en zuchtsessie.

Ik las vaak de tip om de granaatappel in partjes te snijden en die parten dan in een kom met water, of onder de kraan, schoon te maken. Maar dat leek me altijd zo vreselijk zonde van het heerlijke sap.

Nu heb ik de gouden granaatappeltip. Ik heb hem niet zelf verzonnen - jaren geleden zag ik Nigella Lawson op tv een granaatappel met een pollepel te lijf gaan, en ik kan me zo voorstellen dat zij het ook weer van iemand anders had. Maar zo gaat het met goeie kooktips: die moeten gewoon gedeeld worden, met zo veel mogelijk mensen.
Granaatappels zijn nu goedkoop, dus sla je slag. De pitjes zijn heerlijk in salades zoals deze bijvoorbeeld. En als je net als ik houdt van een ontbijt van yoghurt en fruit, dan kan ik je vertellen dat het bijzonder bevredigend is om 'sochtends om half 8 met een pollepel op een granaatappel te slaan en de pitjes in een zachte regen te zien neerdalen.




Snij de granaatappel doormidden. Zet een diepe kom in de gootsteen (het spat een beetje en zo minimaliseer je de kans op rood-gevlekte kleren). Sla met de 'scherpe' kant van een houten roerlepel op de buitenkant van de granaatappel en ga door tot alle pitjes eruit gevallen zijn. Is je granaatappel erg rijp, dan komen er ook wat van de witte vliesjes mee, maar die vis je er makkelijk tussen uit.
Voila: pitjes en sap, met een minimale inspanning!

11.1.12

Lijstje



Ach, het mag nog best, een lijstje met 'een paar van de lekkerste dingen' van 2011.

Het was qua eten een bijzonder veelzijdig jaar - geen wonder, als je in 49 diners de hele aardbol omcirkelt. En ik moet toegeven dat we zowel op die prachtige reis, als ook weer thuis - gewoon in Amsterdam - zoveel heerlijks gegeten hebben dat elk lijstje met hoogtepunten eigenlijk volstrekt willekeurig zou zijn. Maar goed, bij het doorbladeren van het fotoarchief van 2011 waren dit een paar foto's die een levendige culinaire herinnering opriepen:

De meest volmaakte cocktail, geheel naar mijn smaakvoorkeuren samengesteld, in New Orleans. Geen idee wat er in zat, maar ik werd er erg gelukkig van.


In Tokio: Custard met de smaak van geroosterde boekweit thee. Klinkt raar, maar was 1 van de lekkerste zoete dingen die ik ooit at.


Truffelpatat met truffelmayonaise bij Willi's Wine Bar in Santa Rosa, Californie. Die hoef ik niet uit te leggen toch?


Hollandse kapucijners, kraakvers.

En alle wereldreizen ten spijt, soms is niks zo lekker als een perfecte omelet op een grijze herfstmiddag.

2012 wordt misschien niet zo culinair exotisch als 2011, maar hopelijk wel net zo smakelijk, origineel, spannend en gelukkig-makend!

10.1.12

Sticky Chicken


Drumsticks om met je handen te eten en dan je vingers bij af te likken. Gebakken in de oven in een zoete, zoute, pittige saus.
Je kan dit heel goed zonder de wortel maken, maar ik had nog een zak biologische winterpeen in de groentela liggen waar nodig iets mee moest gebeuren, en de zoete wortel die roostert in de marinade past goed bij de kip.
Geeft er verder een (gestoomde) groene groente bij en rijst of noedels als bedje voor de stroperige jus.

Kip uit de oven in een zoet-pikante marinade

voor de marinade:
2 eetlepels zoete ketjap
1 eetlepel sambal badjak
1 eetlepel water
1 eetlepel neutrale olie
1 eetlepel balsamico azijn
zout

verder:
500 gram kip drumsticks
500 gram winterpeen, in vingerdikke repen

Verarm de oven voor op 200 C. Meng alle ingredienten voor de marinade door elkaar en schep dit door de drumsticks, in een ovenschaal. Laat marineren terwijl de oven op temperatuur komt.

Schep de wortel erdoor en bak de kip en wortel 25 minuten, roer alles dan voorzichtig door en bak nog 15 minuten. Omdat ik van extra knapperig kippenvel hou (hoe raar dit ook klinkt...) heb ik de schaal daarna nog even onder de grill gezet, maar dat kun je ook achterwege laten.

9.1.12

Vrouw vindt Koffie



One for Sorrow, Two for Joy
Three for a Girl, Four for a Boy
Five for Silver, Six for Gold
Seven for a secret never be told
Eight is a Wish, and Nine a Kiss,
Ten for a time of Joyous Bliss.

In april 2008 schreef ik over mijn vruchteloze zoektocht om ergens in Amsterdam de juiste kop koffie te vinden: Vrouw zoekt Koffie.

Good things come to those who wait.

Bijna 4 jaar later heb ik de perfecte koffieplek gevonden. In 2008 bestond hij nog niet, wat maar weer bewijst dat zoeken soms helemaal geen zin heeft, dat het vaak het beste is om gewoon af te wachten tot gebeurt, waar je op wacht.

Uiteindelijk gebeurt dat namelijk altijd. Of, zoals ik graag pleeg te zeggen tegen mensen die worstelen met al dan niet grote levenskwesties: alles komt goed, je weet alleen niet wanneer.





Koffie, dus. Bij Two for Joy. De perfecte koffie. Opgegoten waar je bij staat zodat je al bijkans high wordt van het aroma nog voor je een slok op hebt. Een prettige plek om te zitten - of je nu de krant wil lezen, een paar uur wil werken, of wil kletsen met een vriendin. Bijzonder aardige mensen in de bediening. Voor de zoete trek (onder andere) lekkers als cake met olijfolie, rozemarijn en chocola; en voor de hartige trek, bijzonder lekkere tosties met een romig-pittige chutney, en een linzensoep die ik nog niet gegeten heb maar die heerlijk ruikt.

Ze roosteren hun eigen bonen en je kunt er koffie kopen om thuis je eigen kopje Colombian of Brazilian te zetten. Maar leuker (vind ik dan) is het natuurlijk om gewoon in de winkel op de Haarlemmerdijk of het Frederiksplein te gaan zitten en rustig te genieten van een cappuccino, espresso of filterkoffie (mijn favoriet) die met liefde en aandacht voor je gezet is.



En inderdaad, two for joy: twee koppen Colombian Drip geven mij precies het volmaakte koffieplezier.