Stel: je krijgt 20 mensen te eten. En met 'eten' bedoel ik een diner, geen borrel met hapjes. Daarvoor maak ik meestal
zoiets: koekjes en brownies die ergens op een tafel staan voor iedereen om te pakken.
Nee, 20 mensen aan witgedekte tafels. Mensen die al zo'n 15 jaar, elke februari, op hetzelfde feestje komen. Mensen die verrast moeten worden met wéér een nieuw toetje.
En stel, jij hebt weinig tijd om ingewikkelde taarten in elkaar te gaan draaien. En nog belangrijker: je weet dat je tegen de tijd dat het moment is gekomen om het toetje te serveren, je geen zin meer hebt (en niet nuchter genoeg meer bent) om mooie bordjes op te maken met allerlei indrukwekkende garneringen.
Je kan natuurlijk 10 bakken Ben & Jerry's op tafel zetten met een spuitbus slagroom ernaast. Maar misschien wil je net iets méér. Daarvoor presenteer ik: de trifle.
Cake, fruit, custard en slagroom, alles bij elkaar in een hele grote schaal gegooid, met een gezonde dosis alcohol en een simpele garnering van nootjes. Het klinkt bijna té simpel, maar het mooie van trifle is dat het een schoolvoorbeeld is van "het geheel is meer dan de som der delen". Je maakt hem een paar uur van tevoren, zet hem koel weg, en terwijl jij een lui bad neemt en je mooiste kleren uitzoekt, gebeurt er iets in die schaal.. een geheimzinnig huwelijk van romigheid, zoete fruitigheid, en alcoholische 'bite'. Vlak voor het serveren alleen nog een gigantishe hoeveelheid slagroom kloppen (en zelfs dat zou je van tevoren kunnen doen, maar ik heb niet zulke goede ervaringen met het bewaren van geklopte slagroom - ik vind dat die snel waterig wordt en ook aan smaak verliest).
De trifle ziet er precies één minuut prachtig en indrukwekkend uit. Dan zet je de lepel er in en wordt het een
troep. Maar dat kan niemand wat schelen, want de hele tafel is stil gevallen en zit zwijgend dit goddelijke toetje op te lepelen.
Dit recept is genoeg voor 20 personen. Maar trifle is bijzonder vergevingsgezind als het gaat om aantallen en hoeveelheden. Een beetje meer of minder van dit of dat, het maakt allemaal niet zoveel uit.
Trifle voor 20Voor het fruit: 5 kilo stoofperen
1 1/2 liter water (of meer)
500 ml. witte wijn
250 ml. gembersiroop
400 gram suiker
1 vanillestokje
Breng het water aan de kook met de wijn, suiker, gembersiroop. Splijt het vanillestokje en schraap het merg eruit. Doe stokje en merg bij de suikerstroop. (Voor deze hoeveelheid peer, moet je waarschijlijk net als ik 2 pannen gebruiken tenzij je een enorme pan hebt). Schil de peren, snij het klokhuis eruit en snij ze in kwarten. Doe de kwarten in de zachtjes kokende suikerstroop. Voeg water toe indien nodig ( de peren moeten net onder staan).Knip een cirkel van bakpapier en leg die op de peren zodat ze niet uitdrogen. Laat, met het deksel op de pan, minstens 2 uur heel zachtjes sudderen. Langer kan geen kwaad. Laat afkoelen en doe de peren met hun siroop over in een glazen of aardewerk schaal en zet koud weg (kan dag van tevoren).
Voor de cake:3 eieren
175 gram zachte boter
175 gram suiker
175 gram bloem
1 theelepel zout
175 gram hazelnoten, geroosterd en fijngemalen
1 1/2 theelepel bakpoeder
Verhit de oven voor op 180 C. Vet een cakevorm in met boter en bestuif met bloem.
Meng de bloem met het zout en het bakpoeder. Meng de boter met de suiker met de mixer tot je een romige massa hebt. Voeg 1 voor 1 de eieren toe. meng deze massa door de droge bestanddelen en meng heel even. Doe de hazelnoten erbij en meng tot je een egaal beslag hebt. Doe het beslag in de vorm en bak 25 minuten of tot een saté prikker er droog uitkomt. Laat de cake afkoelen. (Kan dag van tevoren).
Voor de custard:10 eidooiers
1 liter volle melk
50 gram suiker
2 volle theelepels maizena
1 vanillestokje
Doe de melk in een grote pan. Splijt het vanillestokje en schraap het merg eruit, doe dit merg bij de melk. Verhit de melk maar laat deze niet koken. Laat op laag vuur ca. 5 minuten zachtjes trekken. Haal het vanillestokje eruit.
Klop de eieren los met de suiker en de maizena. Giet, terwijl je roert met een garde, een paar kopjes van de hete melk bij de eieren. Giet dan dit eiermengsel bij de rest van de melk in de pan, alweer, voortdurend roerend met een garde. Laat de custard op heel laag vuur indikken, het duurt ongeveer 15 minuten. Door de maizena heb je minder kans op schiften, maar als je ongeduldig bent, liggen klontjes toch nog op de loer.
Laat de custard afkoelen en roer af en toe zodat er geen vel opkomt.
Om de trifle samen te stellen:
zoete dessertwijn (ik gebruikte
deze)
50 gram geroosterde, fijngehakte hazelnoten
eventueel gesuikerde gember
2 eetlepels gembersiroop
750 ml. slagroom
3 eetlepels suiker
Giet de peertjes af maar bewaar het pocheervocht. Doe dit vocht met de gembersiroop en 100 ml, dessertwijn in een pan en laat op hoog vuur inkoken tot een donkerrode, stroperige siroop. Laat afkoelen.
Snij de cake in niet te dikke plakken. Bekleed de bodem van een grote glazen schaal met plakjes cake. Besprenkel de cake rijkelijk met dessertwijn. Schep er een deel van de peertjes op en giet daar een deel van de custard over. Herhaal tot cake, peertjes en custard op zijn (eindig met custard). Vergeet niet elke laag cake met wijn te besprenkelen. Zet de trifle koud weg, minimaal 3, maximaal 6 uur. Langer kan maar de cake wordt dan érg zompig.
Vlak voor het serveren de slagroom stijfkloppen met de suiker. Schep de slagroom op de trifle en garneer met nootjes, gember en perensiroop.