Deze bel kregen we cadeau van vrienden. Zo’n cadeau waarvan je als je het uitpakt eigenlijk niet weet wat je ervan vindt, en wat dan na een week een onmisbaar item in je huis is geworden. Het werd onze inluid-bel: de “het eten is klaar”-bel, “kom snel want er is leuke post”-bel, “ik ben thuis en heb wat lekkers meegenomen”-bel, en, mijn favoriet, vrijdagmiddag 18:00: “het is weekend!”-bel.
Vandaag luidde de bel een heel bijzondere tijd in. Want vandaag begint die heerlijkste vrije tijd, de tijd tussen 2 banen, als je iets hebt afgesloten en nog niets nieuws bent begonnen – een niemandsland vol mogelijkheden. En straks, na het niemandsland (dat natuurlijk in no-time gevuld raakt met afspraken en kookprojecten), een nieuwe baan, een nieuw werkritme, een nieuwe verdeling van werken voor een bedrijf en werken voor mezelf.
Maar afscheid nemen - zelfs een zelfgekozen afscheid waar je helemaal achter staat en naar uit hebt gekeken -blijft iets melancholieks en vervreemdends. Nadat ik mijn mailbox echt helemaal leeggemaakt heb, een laatste rondje langs collega’s heb gelopen, mijn koffiebeker heb afgespoeld en in mijn tas gestopt, fiets ik door een stormachtige regenbui naar huis. Daar luid ik de bel – maar Dennis is nog niet thuis en niemand deelt dit nieuwe begin, dit overgangsritueel met mij.
Ik breek dan maar een gelukskoekje open uit de doos die ik van 2 collega’s kreeg.
Wie naar het geluk grijpt, grijpt ernaast. Ik bedwing de neiging een tweede koekje, met een misschien opbeurender boodschap, te kraken. Dit is wat de dag me geeft. En is het eigenlijk wel negatief? Ik ga toch ook niet grijpen naar het geluk? Ik wacht rustig af wat er gaat gebeuren - ik hoef nergens naar te grijpen, alleen maar gestaag verder te bouwen.
No comments:
Post a Comment