16.2.12

Vriezen en dooien



Ook al is het dan niet meer zo siberisch koud, een pan soep die de hele middag staat te pruttelen en het huis vult met een heerlijke en veelbelovende geur, is in februari nog steeds mijn favoriete eten.

Toen ik zaterdag van het staartje vorst gebruik maakte om mijn vriezer te ontdooien, deed ik een paar leuke vondsten in mijn aangekoekte vriezerlades. De laatste capucijners! een bakje kweepeerpuree! een halve rol filodeeg! en: een rookworst van slagerij Herman de Wit!

Er stond een vegetarische witte bonensoep op het programma voor de zondag, maar dat werd dus uiteindelijk een soep-met-worst.

Iets over kruiden: ik weet dat er in culikringen altijd gemopperd wordt over supermarkt kruiden, dat ze duur zijn voor weinig, dat je beter hele bossen kruiden op de markt kunt kopen enzovoorts. Nou, ik weet niet hoe het jullie vergaat, maar de laatste keer dat ik een bos koriander, salie, tijm, of wat dan ook in zijn geheel heb opgemaakt voordat hij slap en bruin en niet meer te eten was, kan ik me niet herinneren. (Alleen peterselie gaat hier meestal, maar zelfs ook niet altijd, op). Dan heb je dus een goedkoop bosje tijm van de markt waar je na een week de helft van weggooit. Over verspilling gesproken.
Ik ben dan ook groot fan van de pakjes 'kruidenmix' die je bij de meeste supermarkten kunt kopen: een paar takjes tijm, rozemarijn, salie en oregano. Sterk smakende kruiden waar je niet heel veel van gebruikt, die vaak juist wel erg lekker zijn om met elkaar te combineren.

De boerenkool in deze soep kun je vervangen door snijbiet of spinazie.



Witte bonensoep met boerenkool en worst
voor 4 personen

3 grote uien, gehalveerd en in ringen
3 tenen knoflook, gesnipperd
200 gram gedroogde witte bonen
1 eetlepel elk fijngehakte verse tijm, rozemarijn, salie
1 liter water
250 ml tomatensap
1 paddestoelenbouillonblokje
250 gram boerenkool (schoongemaakt gewicht, dus zonder de dikke nerven)
1 rookworst, in plakjes
peper, zout

Zet een ketel water op. Doe de bonen in een vuurvaste kom of pan en overgiet ze met kokend water. Laat 1 uur staan.
Intussen: doe de ui en knoflook met een flinke scheut olijfolie in een grote soeppan, en laat met het deksel op de pan ca. 1 uur op heel laag vuur stoven. Als het vuur laag genoeg staat (gebruik een vlamverdeler) zal het niet aanbakken, maar controleer dit af en toe even.
Giet de bonen af en doe ze bij de uien. Voeg de kruiden toe, bouillonblokje, water en tomatensap. Breng de soep aan de kook en laat koken tot de bonen gaar en zacht zijn (minstens anderhalf uur, misschien langer.)
Doe de boerenkool en de worst bij de soep en kook tot de boerenkool net geslonken is. Proef op zout en peper en serveer.

15.2.12

Puddingliefde


Ja, dat is toch wel leuk.
Om als je ziek in bed ligt op 14 februari, wakker gebeld te worden door een bezorger met een roos.

De allereerste keer in mijn leven, als ik het zeggen mag, dat ik met Valentijnsdag op zo'n manier verrast werd. En weet je? Dan vind je het ineens geen rare commerciële uitvinding meer, dat hele Valentijnsgedoe. Dan is het gewoon leuk, dat er iemand aan je gedacht heeft.

Op het schoolbord in mijn keuken wisselen de inspirerende spreuken en citaten elkaar af. Maar 1 staat er al jaren op en die haal ik voorlopig ook niet weg:

Assume nothing.

Neem niets voor vanzelfsprekend aan. Geloof niet, zonder verder na te denken of echt goed te kijken, dat iets raar is, of oppervlakkig, of nietszeggend, of onmogelijk. Neem niets aan. Laat je verrassen. Door een rozenbezorger. Door liefde.

Goed. Hoe maak ik een bruggetje van een onverwachte roos naar onverwacht lekkere pudding? Ach. Laat de pudding voor zichzelf spreken. Of ja: als ik een romantisch diner had moeten koken deze week, dan waren deze puddinkjes een geweldig toetje geweest. Makkelijk, niet te machtig (voor als je na het eten nog plannen hebt), en lekker. Ze worden stevig genoeg om ze te storten, maar eigenlijk vind ik zo'n puddinkje op een bordje altijd een beetje iets tuttigs hebben, en is het veel gezelliger om de pudding gewoon uit het vormpje op te lepelen.

Maar toen ik ze maakte, was het gewoon een saaie zondagmiddag die door pudding werd opgefleurd. Daar zijn ze ook heel geschikt voor, namelijk.




Ik: "ik heb zin om pudding te maken."
Dennis: "ja, dat kun je soms zo hebben he?"

Pudding is zo simpel. Een beetje, ei, maizena, melk, een smaakmaker. Dit keer volgde ik deze instructies, maar omdat ik eigenwijs ben, en het niet laten kan zelfs aan het simpelste receptje nog iets te veranderen, veranderde ik dus iets.
In plaats van er aan het eind wat boter door te roeren, deed ik een paar eetlepels van de pistachepasta bij die Dennis in december meenam uit Sicilië, toen hij daar een ook alweer onverwacht en ongewoon bezoekje bracht. Het gaf een heel subtiele pistache-smaak (en de pudding werd iets te zoet, omdat de pistachepasta ook gezoet is, en ik mijn twist pas op het laatste moment bedacht). Wat fijngehakte pistachenootjes als garnering was natuurlijk leuk geweest, maar die heb ik meestal niet 'zomaar' in huis als ik 'zomaar' even zin heb om pudding te maken.
Wat ik vervolgens bedacht: met met cashewnotenpasta of amandelpasta zou dit ook heel lekker zijn. Of, chocoladepudding met een paar eetlepels pindakaas of hazelnootpasta (geen Nutella, maar pasta van hazelnoten)! Reese's cup pudding!

Verdere experimenten zijn nodig...

14.2.12

Biber, Isot


Altijd leuk, iets nieuws ontdekken. Ik was bij de Turkse supermarkt om kruiden te kopen en zag ineens een voor mij onbekend zakje: Isot peper.
De aardige jongen bij de kassa wilde mij nog waarschuwen: "Ken je het wel? Is erg heet!" maar ik zei dat dat niet uitmaakte, dat ik dat lekker vind, en dat ik het gewoon graag wilde uitproberen.
Isot peper, ook wel bekend als Urfa peper (Urfa biber - biber = peper) is een Turkse peper die door het speciale bewerkingsproces (eerst gedroogd in de zon, dan 'snachts stevig ingepakt) z'n diepe kleur en aparte smaak krijgt.

De peper is bijna zwart (vergelijk hem op de foto met mijn geliefde Pul Biber, de 'chilivlokken' die in zoveel van mijn recepten opduiken) en de waarschuwing van de groenteman ten spijt, niet zo vreselijk pittig. Ik zou de smaak als warm omschrijven, een beetje rokerig, maar ook zoetig.

Al googelend lees ik dat het in Amerika hip is om deze peper in toetjes te verwerken. Hij schijnt goed samen te gaan met chocola en koffie. En wat ik meteen dacht: dit is een fantastische peper voor wie in Nederland Mexicaans wil koken maar geen authentieke Mexicaanse pepers kan kopen. Een combinatie van Isot biber, Pul biber, Spaanse gerookte paprika poeder en Spaanse nora pepers (bij Spaanse delicatessenwinkels te koop) brengt je een eind op weg als je een Mexicaans-achtig chilimengsel wilt maken.

13.2.12

Rood en wild



Rode rijst en wilde rijst zijn allebei heerlijk om lauwwarm of op kamertemperatuur in salades te verwerken, met veel groente en een pittige of zurige dressing die contrasteert met de aardse rijst. Zie bijvoorbeeld hier voor een salade van rode rijst met witlof, nootjes en abrikozen, en hier
voor een wilde rijstsalade met geroosterde broccoli en asperges.

Laatst had ik nog maar een klein restje rode en een klein restje wilde rijst toen ik zo'n salade wilde maken. Nu weet ik dat ze ongeveer dezelfde kooktijd hebben, dus waarom de twee niet gecombineerd? Het werkte goed. Ze hebben een vergelijkbare, maar toch niet helemaal gelijke, noot-achtige smaak. De wilde rijst houdt na het koken een iets taaiere bite. En de combinatie van roodbruine, dikke korrels en lange, dunne, diepbruine korrels ziet er op je bord ook nog eens erg mooi uit.

De licht bittere gegrilde sla past er goed bij. Zo wordt het een verrassend en voedzaam vegetarisch voorgerecht voor 4-5 personen. Als je de sla weglaat is de rijstsalade een mooi bijgerecht bij, bijvoorbeeld, een gebraden kip of (lams)gehaktballetjes.
Ik had toevallig heerlijke belegen schapenkaas in de koelkast, maar je kunt ook een geitenkaas (hard of zacht) of zelfs wat schaafsel Parmezaan gebruiken. Het pittig-zoute van de kaas is er erg lekker bij.



Rode Wilde Rijstsalade

40 gram wilde rijst
40 gram rode rijst
250 gr pompoen, schoongemaakt gewicht, in blokjes
2 flinke rode uien, in partjes
1 volle eetlepel verse tijmblaadjes
2 etlepels olijfolie
1 teen knoflook gekneusd
1 eetlepel japanse sojasaus
1 eetlepel ciderazijn
verbrokkelde geiten- of schapenkaas, of parmezaankrullen
2 little gems
olijfolie
zout & peper
citroensap

Verwarm de oven voor op 200 C. Spreid de pompoen en ui in 1 laag uit op een met bakpapier beklede bakplaat. Bestrooi met zout en peper en druppel er wat olie over.
Was de rijst, doe in een pan met ruim water en wat zout. Breng aan de kook en laat 40-45 minuten zachtjes koken.
Rooster de pompoen en ui ca. 30 minuten of tot de pompoen zacht is en de ui goudbruin en een beetje krokant.
Giet de rijst af, laat goed uitlekken en doe in een kom.
Verwarm in een klein pannetje op laag vuur de 2 eetlepels olijfolie met de tijmblaadjes en de gekneusde teen knoflook, een minuut of 2, tot de knoflook heel geurig is. Verwijder de knoflook en roer de sojasaus en azijn erdoor en breng op smaak met zout en peper. Schep de dressing door de nog warme rijst. Schep dan de pompoen en ui erdoor en laat op kamertemperatuur staan.
Snijd de little gems doormidden en de helften daarna in 3 of 4 partjes. Let op dat je steeds een stukje van het stronkje intact houdt, dan vallen de partjes straks niet uit elkaar. Verhit een grilpan op middelhoog vuur. Bedruppel de sla met wat olie en grill ze dan, een paar minuten per kant.
Bestrooi de sla met wat zeezout en druppel er wat citroensap over. Schep de rijstsalade op een grote schaal en brokkel de kaas erover. Bestrooi eventueel nog met wat extra tijm. Leg de partjes sla ernaast en serveer.

11.2.12

Daar gaan we weer


Komt er dan geen eind aan? Nadat ik (ik doe maar een greep uit het archief)
kikkererwten, koolraap, linzen, rettich, amaranth, quinoa tot pannenkoekjes heb verwerkt, kreeg ik een nieuw idee. Koekjes van tofu, dat leek me geweldig. Ik zag een stevig koekje voor me, romig van binnen en knapperig van buiten, de neutrale tofu als blank canvas voor welk smaakje je er ook maar aan toe zou willen voegen. Ik experimenteerde een paar keer - gelukkig als Dennis niet thuis was, want elke keer belandden de baksels en en overgebleven beslag in de prullenbak. De smaak kreeg ik goed (een keer met kerrie en koriander, een keer met rozemarijn en gecaramelliseerde prei) maar de textuur die ik voor ogen had, bleef me ontsnappen. In plaats van zacht en romig werden ze droog en korrelig en met een nogal onaangenaam mondgevoel.

Gisteren maar weer een poging gewaagd. Wat ik anders deed: een flinke schep dikke Turkse yoghurt door het beslag. En voila: daar waren mijn gedroomde tofupannenkoekjes.

Door de neutrale (of, zoals mensen die minder van sojaproducten houden, misschien zouden zeggen: 'flauwe') smaak van de tofu kun je je helemaal uitleven op de smaakmakers. Ik hield het dit keer simpel (was al blij dat ze eindelijk gelukt waren) met wat sinaasappelrasp en lente-ui, en wat chili-zout om ze na het bakken mee te bestrooien. De mogelijkheden zijn, letterlijk, eindeloos. Parmezaan en salie. Basilicum en stukjes zongedroogde tomaat en pijnboompitten. Citroenrasp en verse tijm. Geitenkaas en salie. Kerrie en gebakken ui. Doperwtjes en verse munt. Enzovoorts, enzovoorts. Denk er wel aan ze goed op smaak te brengen met zout en peper.
Je kunt ze van tevoren maken en in een droge koekenpan of in een hete oven opwarmen, maar vers uit de pan zijn ze het allerlekkerst.



Tofupannenkoekjes, voor ca. 12 stuks
200 gram tofu
2 lente-uitjes, fijngesneden
2 opgehoopte eetlepels volkorenbloem
1 ei
1 flinke eetlepel dikke Turkse of Griekse yoghurt
1 theelepel sinaasappelrasp
zout & peper
olie om te bakken
een mengsel van fleur de sel en chilivlokken, om ze na het bakken mee te bestrooien

Prak de tofu fijn. Meng de lente-ui, bloem, ei, yoghurt, sinaasappelrasp, en zout en peper erdoor. Meng tot een beslag.
Verhit wat olie in een koekenpan. Schep kleine bergjes van het beslag in de olie en bak de pannenkoekjes een paar minuten per kant of tot ze goudbruin zijn. Serveer ze met het chili-zout.