Terwijl ik in mijn werkkamer achter de laptop zit, research te doen naar uiteenlopende onderwerpen als “hoe oud kan een Goudse kaas worden” en “wat zijn kapucijners eigenlijk”, komen van benenden uit de keuken de onmiskenbare geluiden van een maaltijd-in-wording. Messen hakken, pannendeksels rammelen, en de geur van bruisende boter stijgt langzaam omhoog.
Voor veel mensen is het misschien heel gewoon om niet te koken in eigen huis. Er schijnen stellen te zijn die de kook-diensten verdelen, mensen die samen in de keuken staan, samen boodschappen doen, samen beslissen wat er gegeten wordt. Allemaal onbegrijpelijke concepten voor mij. Op heel wat levensterreinen ben ik bereid anderen de baas te laten zijn, en geef ik graag toe dat ik niks, of in ieder geval te weinig, verstand van zaken heb. Maar niet in de keuken. De keuken is van mij, ik regeeer daar als een vriendelijke (vind ik zelf) dictator. Waarom zou ik de bezigheid waar ik het allermeeste plezier aan beleef, overlaten aan iemand anders, of zelfs maar delen?
Het nadenken over wat er gegeten moet worden, het maken van eindeloze boodschappenlijstjes, de tripjes naar de markt (waar gemaakte plannen dan weer radicaal kunnen veranderen, gewoon door wat ik tegenkom) - het is de rode draad van mijn leven.
Gelukkig woon ik samen met een man die houdt van eten, maar die het koken en het beslissen graag aan mij overlaat. Toen ik hem leerde kennen kookte hij, voor zichzelf, en onze allereerste etentjes voor vrienden waren wel degelijk gezamenlijke projecten. Langzaamaan heb ik de totale eetregie overgenomen, en het is een constructie waar we allebei tevreden mee zijn. Als het over eten gaat, ben ik de baas. Maar soms moet je de spanning van zo´n rode draad even loslaten. Niet doorknippen, nee zover gaan we niet.
Dennis krijgt vrienden op bezoek, 1 van de vrienden biedt aan om eten mee te nemen, ik sputter nog even tegen maar geef dan toe. Eenvoudig is het niet. Ik kijk toe hoe de ingrediënten uit de tas gehaald worden, en ik moet me beheersen om me niet te bemoeien met wat er gebeurt. Ik wil suggesties doen, aanwijzingen geven, en mijn creatieve gedachten draaien meteen op volle toeren. Maar ik zeg niks. Ik dek de tafel, schenk mezelf een borrel in en wacht af.
Als de geuren te uitnodigend worden, ga ik naar beneden en kijk toe. Hoe iemand anders in een pan roert (een koekenpan uit de diepste krochten van een keukenkastje, best een goeie pan eigenlijk, waarom gebruik ik die nooit?)
Een half uur later staat het eten op tafel: salade, gebakken aardappelen, zelfgemaakte mayonaise, Italiaanse venkelworstjes. Het smaakt anders dan mijn eten, ik ben gast in mijn eigen huis. De dictatuur even opgegeven, een stapje buiten de routine.
Zondag ga ik een hele dag samen koken met 2 vrienden, als verjaardagscadeau voor een vriendin. Misschien zit ik minder vast in mijn gewoontes dan ik denk?
2 comments:
klinkt lekker : italiaanse venkelworstjes.
het waren eigenlijk nep-venkelworstjes, want de venkelzaadjes waren er gewoon overheen gestrooid tijdens het bakken... ze zaten niet door de worst heen zoals bij de echte Italiaanse finocchiona.. maar toch heerlijk!
Post a Comment