29.10.06

Pastinaken uit de vergetelheid

Photobucket - Video and Image Hosting

Op de Historische Groentehof in het Limburgse Beesel verbouwt Jac Nijskens, drijvende kracht achter het Genootschap der Vergeten Groenten, honderden groente- en fruitsoorten die al lang geleden uit de reguliere groentewinkels zijn verdwenen – als ze er al ooit te koop waren. Nijskens stapte een paar jaar geleden uit het stadse bedrijfsleven om zich met grenzenloze energie te wijden aan zijn missie: het in stand houden van (bijna) vergeten groenterassen. Van aardamandel en knolkervel tot het roze-wit gestreepte Chiogga bietje, 25 aardappelrassen en zeekool, in Beesel worden ze verbouwd. Ze klinken als de ingrediënten voor een middeleeuws toverdrankje, en inderdaad zijn sommige van deze rassen eeuwenoud – en bovendien, volgens de 'wetenswaardigheden' die Nijskens over elk gewas weet te melden, voor van alles bruikbaar: zo helpt Brave Hendrik (een bladgroente) schapen van hun hoest af, en is rettich goed voor je nieren.
Wat de activiteiten van Nijskens zo sympathiek maakt is dat hij niet alleen werkt vanuit een cultuurhistorische of biologische ideologie, maar ook, en vooral, oog heeft voor het culinaire aspect van de groenten. Deze groenten moeten bewaard blijven omdat ze lekker zijn. Omdat we willen kunnen kiezen uit zoveel mogelijk verse producten van eigen bodem, als wapen tegen de verschraalde supermarkt-eetcultuur waar je in de winter wel waterige aardbeien maar geen fatsoenlijke pompoen kan krijgen. De beschrijvingen op Nijskens website doen je watertanden. Wie wil er geen haverwortel proeven, waarvan de smaak doet denken aan asperges en oesters, of knolkervel, met het aroma van zoete kastanje?
Veel van deze groenten zijn nergens te koop. Om ze te proeven zul je moeten afreizen naar Beesel, aanschuiven bij één van de historische groentediners op de Hof, of meedoen aan een vergeten-eten workshop. Knolkervel en teunisbloem zullen we voorlopig niet in de winkel aantreffen. Maar gelukkig zijn er ook nog heel wat groenten die weliswaar door het grote publiek en de landelijke grootgrutters vergeten zijn, maar die met wat speurzoekerij in biologische winkels en op markten toch bereikbaar blijken. Op de Noordermarkt in Amsterdam vind je snijbiet en peterseliewortel, bij de Turkse groenteman kardoenen en aardpeer. En de pastinaak, een paar jaar geleden nog een moeilijk verkrijgbare 'exoot', ligt nu bij talloze marktkramen – een hele prestatie voor een vergeten groente.

Pastinaken (lange, spits toelopende, ivoorkleurige wortels met een zoete, licht anijsachtige smaak), waren eeuwenlang een populair gewas in West Europa. Hun reis naar de vergetelheid begon toen ze verdrongen werden door de vanuit de Nieuwe Wereld geïntroduceerde aardappel. (Echt eerherstel voor de pastinaak zou het pas zijn als de wortels hun weg terug zouden vinden naar de oer-Hollandse hutspot. Toen dat gerecht ontstond - volgens de overlevering bij het Leidens Ontzet in 1574 - waren aardappels nog alles behalve gemeengoed in de Nederlandse keuken, en de oorspronkelijke hutspot was dan ook waarschijnlijk een eenpansgerecht van wortels, uien, pastinaken en bonen).
Photobucket - Video and Image Hosting

Wat kun je met pastinaken in de keuken, behalve ze door de hutspot stampen? Ze zijn heerlijk geroosterd, gefrituurd en als puree, al dan niet samen met aardappels, als bijgerecht bij wild of gebraden kip. Maar ook in de hoofdrol - zoals in deze pittige soep, waar de zoete wortel wordt gecombineerd met friszure appel en de milde kruidigheid van zelf gemaakte kerriepoeder. Het is een variatie op een recept van Jane Grigson, afkomstig uit haar Groentekookboek, waarin ook heel wat ideeën voor andere vergeten groenten te vinden zijn.

Pastinaaksoep met appel en kerrie
Voor de kerriepoeder:
1 eetlepel korianderzaad
1 theelepel komijnzaad
1 theelepel kurkuma (koenjit)
½ theelepel chilipoeder
Stamp de specerijen in de vijzel tot een poeder.
(geen zin om zelf kerriepoeder te maken? gebruik 1 eetlepel kant en klare milde kerriepoeder, eventueel met extra chilipoeder om het wat pittiger te maken)

Voor de soep:
1 grote ui, in stukjes
2 tenen knoflook
50 gram boter
1 eetlepel bloem
400 gram pastinaak, in stukken (bij grote pastinaken de harde kern wegsnijden)
1 goudrenet, geschild, het klokhuis verwijderd, en in stukken gesneden
1 liter goede, niet te zoute kippen- of runderbouillon
zout en peper
3 eetlepels crème fraiche
verse koriander

Smelt de boter in een grote pan en fruit hierin de ui en knoflook op laag vuur tot ze zacht maar niet bruin zijn (ca. 5 minuten). Strooi de bloem en het specerijenmengsel er over en roer goed door. Doe de pastinaak, appel en bouillon erbij, zout en peper, roer goed zodat er geen klontjes bloem achterblijven, en breng de soep aan de kook. Laat de soep dan zachtjes ca. 30 minuten koken, tot de pastinaak zacht en gaar is.
Pureer de soep in de keukenmachine of met de staafmixer. Controleer op zout en peper. Als de soep erg dik is, eventueel verdunnen met wat water. (De soep kan vantevoren worden klaargemaakt, en laat zich goed invriezen).
Vlak voor het serveren de crème fraiche erdoor roeren, warm laten worden, en de soep bestrooien met fijngehakte koriander.

22.10.06

Lucht en geduld: de beste pizza

Photobucket - Video and Image Hosting

Eén van de belangrijkste ingrediënten in eten is helemaal geen ingrediënt. Het kost niets, smaakt naar niets, ruikt naar niets. Toch is het in heel veel gerechten onmisbaar. Geen toef slagroom bij je appeltaart, geen goudbruine zachtjes trillende soufflé, geen bros bladerdeeg, geen zacht brood, geen schuimige cappuccino, geen knapperige pizza zonder: lucht.

Photobucket - Video and Image Hosting
soufflé

Voor lucht hoef je niet naar de winkel, maar om het een effectieve rol in je eten te laten spelen moet je wel wat moeite doen. Je kan natuurlijk slagroom met een mixer kloppen, en dat gaat best snel. Maar als je het met de hand doet en je de dunne vloeistof langzaam ziet veranderen in een lobbige, romige, stabiele massa, begin je iets te begrijpen van het chemische proces: vetdeeltjes vormen door de klopbeweging capsules die lucht vasthouden. Steeds meer vetcapsules, die steeds meer lucht vasthouden. De berg slagroom in je kom groeit. Tot je te lang klopt, de vetcapsules kapot gaan, en je inplaats van luchtige crème, vette boter en een plasje water overhoudt...

Photobucket - Video and Image Hosting
bladerdeeg

Kloppen tot je armen pijn doen is maar één manier om lucht in je eten te krijgen. De lucht in de deegplakjes van een tompoes bijvoorbeeld, ontstaat door een lap deeg eindeloos veel keer om een plak boter te vouwen, tot je 729 laagjes deeg hebt, van elkaar gescheiden door 728 laagjes boter. Dit deeg rol je weer heel dun uit, zodat alle deeglaagjes flinterdun zijn. In de hete oven verandert het water dat je hebt gebruikt voor het deeg in stoom, en de hete stoom drukt de laagjes deeg (van elkaar gescheiden door de boter) – uit elkaar, en het eindresultaat is gebak dat bestaat uit honderden brosse, letterlijk in de boter gebakken, gouden laagjes.

Photobucket - Video and Image Hosting
verse gist

En dan is er gist. Gist geeft niet alleen lucht, maar ook smaak aan het gebak of brood dat je ermee laten rijzen. Gist is een soort schimmel, familie van de paddestoel, die voor commerciële doeleinden 'gekweekt' wordt in reusachtige tanks. Vermengd met meel en water, produceren de gistcellen het koolzuurgas dat voor de lucht in het deeg zorgt, en het deeg laat verdubbelen in volume. Gist is er vers en gedroogd, met hetzelfde effect. Vorige week vond ik ergens op de markt verse gist en besloot die te gebruiken voor pizzadeeg.

Al een jaar of 2, sinds ik in New York (in Brooklyn, bij Grimaldi's om precies te zijn) de lekkerste pizza ooit at ben ik op zoek naar een methode om thuis hele lekkere pizza te bakken. Eigenlijk is dat onbegonnen werk, omdat een echte pizza alleen uit een bloedhete oven kan komen, zo heet als een gewoon keukenapparaat nooit kan worden. De pizza-experts zeggen dat als je thuis een fractie van het authentieke pizza-effect wilt bereiken, je op zijn minst een pizza-steen in je oven moet leggen. De steen warmt op met de oven en houdt de hitte vast, zodat je een klein beetje de loeihete hout- en koolovens imiteert.

Ik heb geen pizzasteen. Hieruit blijkt waarschijnlijk onomstotelijk dat ik geen perfectionist ben, en wel lui, gierig en eigenwijs. Ik besloot dat ik toch, zonder pizzasteen, en zonder een houtoven op mijn balkon te bouwen, de best mogelijk pizza uit mijn simpele oven wilde toveren. Ik experimenteerde met allerlei soorten bloem, verse gist, droge gist, en verschillende verhoudingen bloem/gist/vocht. Ik had soms succes en soms was het resultaat alleen goed genoeg voor de vuilnisbak. Maar bij al mijn experimenten bleef 1 ding steeds hetzelfde: ik maakte het deeg 'smiddags, liet het rijzen bij kamertemperatuur, en bakte 'savonds de pizza.

Het geheim van de lekkerste thuispizza ontdekte ik bij toeval. Ik had pizzadeeg gemaakt, de plannen voor die avond veranderden, ik legde het deeg in de koelkast en bakte er pas de volgende dag een pizza mee. Dat was de beste pizza die ik ooit had gemaakt. En mijn toevallige ontdekking bleek een authentieke techniek te zijn: de langzame rijs.

Photobucket - Video and Image Hosting

Soms heb je voor iets heel lekkers dus zelfs twee dingen nodig die niks kosten: geduld en lucht.

De beste thuispizza

500 gram bloem, eventueel extra
1 theelepel zout
1 eetlepel suiker
1 zakje gedroogde instantgist (7 gram) of 20 gram verse gist
150-300 ml. handwarm water
3 eetlepels olijfolie

Meng zout en suiker door de bloem.
Als je verse gist gebruikt, los die op in het warme water en laat even staan. Verse gist is een heel bederfelijk product, het blijft maar 1-2 weken actief. Als het na 10 minuten niet is gaan schuimen, is de gist dood, en onbruikbaar – ga dan over op gedroogde gist.
Strooi de instant gist in 100 ml. handwarm water. Dit hoeft niet, je kunt de gist ook direct door de bloem mengen, maar ik vind dit makkelijker. Roer het door en meng dan de olie erdoor. Roer dit met een houten lepel door de bloem tot je een samenhangend deeg hebt. Voeg meer water toe als het deeg te droog is, en als het deeg erg vochtig en plakkerig blijft, voeg dan extra bloem toe. De verhouding bloem-water kan per keer verschillen, je moet het een beetje op je gevoel doen. Je bent uit op een deeg dat je goed kunt kneden zonder dat het erg aan je handen blijft plakken, niet te droog en niet te nat dus.
Kneed het deeg 10-15 minuten. Dat lijkt lang, en is het ook. Zet je favoriete cd op en hou pas op met kneden tot je minstens 3 liedjes hebt gehoord, en beschouw het als een work-out.

Deze hoeveelheid deeg maakt ca. 8 1-persoonspizza’s. Doe het deeg dat je niet meteen wilt gaan gebruiken, in plastic zakjes in de vriezer. De rest van deeg doe je in een ruime kom die je licht met olie hebt ingesmeerd. Rol de bol deeg door de kom zodat alle kanten van de bol met een klein beetje olie zijn bedekt. Dek de kom af met plasticfolie en zet hem in de koelkast. Nu begint het langzame rijzen.

De volgende dag, ca. 2 uur voor je wilt gaan eten, haal je het deeg uit de koelkast. Laat het ca. 2 uur bij kamertemperatuur staan. Een half uur voor je gaat eten verhit je de oven voor op de allerhoogste stand (of eerder, afhankelijk van hoe lang je oven nodig heeft om zo heet mogelijk te worden) Verdeel het deeg dan in porties, rol het uit op een licht met bloem bestoven werkvlak, en leg de pizza’s op de bakplaat. Ik vind kleine, individuele pizza’s makkelijker om mee te werken (en op te eten) dan megapizza’s.

Beleg ze met wat je maar lekker vindt. Een laatste belangrijke tip voor goede pizza: niet teveel beleg. Een zwaar belegde pizza kan niet goed bakken in de oven, door het gewicht en het vocht van alle ingrediënten gaat de bodem meer stomen dan bakken, en het resultaat is slappe pizza. Een dun smeertje tomatensaus, beetje kaas, paar plakjes worst en groente.. meer heb je niet nodig voor superpizza!

18.10.06

Boterkoek in brownie-vermomming

Photobucket - Video and Image Hosting

Mijn jeugd ruikt naar boterkoek.
Ik kom thuis uit school, en al op de trap naar ons bovenhuis waait de geur van vers gebak me tegemoet. Als ik heel goed mijn best doe kan ik zelfs ruiken of het een gewone boterkoek is of de variant met gember. En daar staat hij in de keuken, in goudbruine glorie uit te dampen op het aanrecht.
Maar ik weet wel beter dan me te verheugen op een stukje boterkoek bij de thee. Mijn moeder bakt boterkoek zoals andere mensen bij de bloemenman een bosje rozen halen: als ze ergens op bezoek gaat, neemt ze als cadeau haar eigen baksel mee.

Photobucket - Video and Image Hosting

In mijn herinnering staat er zeker 3 keer per week boterkoek in onze keuken te wachten op een nieuwe eigenaar. In werkelijkheid zal dat misschien maar een paar keer per maand geweest zijn – zoveel bezoekjes legde mijn moeder nu ook weer niet af, en ze had (vast en zeker) ook nog wel andere dingen te doen. Maar in mijn kinderogen was zij de onovertroffen boterkoeken-keukenprinses. En ik was er trots op dat haar koek beroemd was in het hele dorp. Ik nam me voor later net zo gul koekjes, taart en gebak uit te delen als zij. En hoeveel boterkoek er ook verdween, niets meer achterlatend dan die heerlijke geur die je alleen krijgt van echte boter, bij de zondagse na-de-kerk-koffie was er ook voor mijn vader en mij bijna altijd een stukje huisgemaakt gebak.

Toen ik op mezelf ging wonen duurde het een tijd voor ik behoorlijk kon koken. Het bakken kwam nog veel later, en toen had ik meer belangstelling voor meringues en Italiaanse chocoladetaarten dan voor degelijke Hollandse bakkunst. Ik haalde mijn recepten uit kookboeken en van internet, en ik wilde bij elke gelegenheid iets nieuws uitproberen. Elk weekend boterkoek, wat saai. Pas vorig jaar bracht mijn project Dutch Cooking me terug bij de geuren en smaken van mijn jeugd. Ik belde mijn moeder voor haar boterkoekrecept. Ze bleek een vreemde techniek te gebruiken, die zij weer van haar moeder heeft geleerd. "Je moet hem wel neerslaan, dan wordt 'ie lekker taai!". Het zelfrijzend bakmeel laat het deeg in de warmte van de oven rijzen, maar door het een paar keer 'neer te slaan' met de achterkant van een vork, krijg je een smeuïge, inderdaad beetje taaie koek. Taai klinkt misschien niet aantrekkelijk maar dat is het wel. Veel boterkoek die je in de winkel koopt ontleent zijn smaak maar vooral structuur aan veel, heel veel boter. Nu zit er ook in deze versie genoeg boter om de naam boterkoek te rechtvaardigen (en alsjeblieft, gebruik dan ook goede, echte roomboter voor dit recept), moddervet is 'ie niet, maar door de speciale bereidingswijze absoluut niet droog.

Boterkoek is typisch Hollands, maar in deze tijd reizen recepten met 1 muisklik de wereld over en ontstaan er onverwachte kruisbestuivingen. Nishla, een kookenthousiast uit Cambridge, Massachusetts, zag mijn boterkoekrecept op eGullet en bedacht een chocoladevariant door gesmolten chocola aan het deeg toe te voegen. Dat sprak me zo aan dat ik het meteen wilde uitproberen, maar omdat ik geen chocola in huis had roerde ik maar gewoon 2 flinke eetlepels cacaopoeder door het deeg. Het resultaat is een soort gemberbrownie met de onmiskenbare volle smaak van Hollandse boterkoek – fantastisch! De combinatie van gember en chocolade is geweldig, maar ook zonder de gember is dit een heerlijke variatie op een klassieker.

Photobucket - Video and Image Hosting

Chocolade-boterkoek

150 gram boter
150 gram suiker
200 gram zelfrijzend bakmeel
snufje zout
1 ei
3-6 bolletjes gember op siroop, fijngehakt
1 eetlepel gembersiroop
2 volle eetlepels cacaopoeder

Verwarm de oven voor op 180 C.
Smelt de boter op laag vuur. Roer in een kom de boter, suiker en het ei door elkaar. Meng de bloem, cacaopoeder en het zout erdoor en tenslotte de gember en siroop.
Druk het deeg met een vochtige vork in een 20-22 cm doorsnee boterkoek vorm, licht ingesmeerd met boter en bestoven met bloem.(Ik vind de vormen met losse bodem heel handig.) Zet de vorm in de oven en stel de timer in op 8 minuten. Na 8 minuten haal je de koek snel uit de oven. Sla het gerezen beslag neer met de achterkant van een vork. Zet de timer weer op 8 minuten en herhaal. Daarna zal de koek nog ca. 8 tot 10 minuten moeten bakken, je kunt het neerslaan in die tijd nog een keer herhalen. De koek moet smeuïg blijven dus niet te lang bakken! In totaal moet hij ongeveer 25-30 minuten in de oven staan. Doordat je de koek er een paar keer uithaalt daalt de temperatuur in de oven, en is het lastig de precieze tijd aan te geven. Goed in de gaten houden dus.
Versier de koek eventueel met snippers gember.

9.10.06

Welkom in de herfst



In augustus was ik al aan het flirten met de herfst: een beetje een kokette flirt, misschien wel geboren uit ontevredenheid over het regenachtige dag. Nu is het oktober en de herfst laat niet meer met zich spotten.
De hele zomer - de benauwde juni, de gloeiende juli en de grijze augustus - heb ik me voorbereid op mijn grote project: de reis naar Amerika. Andere mensen gingen op vakantie en kwamen weer terug, ik was alleen maar bezig met routes plannen en lijstjes maken. Intussen genoot ik van de stille stad, dacht zonder jaloezie aan mijn vrienden in verre landen, en wentelde mezelf in voorpret.

Nu ben ik weer thuis, en heb in plaats van voorbereidingen, alleen nog herinneringen in mijn hoofd. De eerste dagen na onze thuiskomst waren zonnig. Zo zonnig dat ik koffie dronk in de zon, met mijn ogen dicht mijmerend over alles wat ik had meegemaakt. Maar een paar dagen later zat ik op bank en had zin om een trui aan te trekken. Tijd voor een dikkere jas, maillots en een extra deken op bed. Mijn zomer is voorbij.

Nu hou ik heel erg veel van de herfst. Het is het mooiste seizoen. En het hoeft geen stralend weer te zijn met gouden licht en vlammend gekleurde bossen. Het mag regenen, grijze kille dagen, met een matte nevel die over de stad hangt. Het wordt vroeger donker, ik moet het balkon opruimen – dode planten weggooien, de tuinmeubels opbergen. Er zullen voorlopig geen balkondiners zijn.
Dit is het seizoen van naar binnen gekeerd leven. Tijd doorbrengen in de keuken in plaats van buiten. En het kan geen toeval zijn dat dat samenvalt met (voor mij) de meest inspirerende en opwindende smaken van het keukenjaar. De kleuren van de herfst zijn donker, gloedvol en warm. De smaken van de herfst zijn zoet met een pittig of bitter randje, gelaagd en complex.
Pompoenen, geroosterd in de oven, bestreken met chili-boter. Soepen en stoofpotten die de hele dag op het vuur staan. De laatste tomaten-oogst tot saus verwerken om de hele winter plezier van te hebben.
Dit is het seizoen om vrienden uit te nodigen en het huis gezellig te maken, en dat betekent gelukkig geen herfstschoonmaak (bij kaarslicht zie je het stof toch niet), maar taarten bakken. De paddestoelen, pompoenen, boerenkool, appels en peren op de markt verzoenen me met het weer-thuis-zijn. Als er een appeltaart in de oven staat, en de geur van kaneel en suiker als een belofte door het huis kruipt, ben ik met alles verzoend.

4.10.06

Lekkere suiker



Onlangs verkondigde ik nog met stelligheid dat ik geen zoetekauw
ben, maar nu ik mijn foto’s van de reis door Amerika en Canada aan het ordenen ben, weet ik dat niet meer zo zeker. Er zijn dagelijkse foto’s van banketbakkers en koffieshops en alle heerlijkheden in hun vitrines. En het bleef niet bij het bewonderen van de zoetigheid achter glas. De vakantieroutine: ’s ochtends vroeg een licht ontbijt – fruit, kopje thee, misschien wat joghurt met muesli – en dan om een uur of 10, 11 één van de bakkerijen zoeken die ik op mijn lijstje van must-see’s had staan. Tijd voor koffie met een koekje (stel je daar wel een koek van zo’n 12 centimeter doorsnee bij voor..)

De wetenschappers zijn nog in debat over het feit of suikerverslaving nu wel of niet bestaat. Mijn eigen, zeer subjectieve, hoogstpersoonlijke experiment (zonder controlegroep) vertelt me dat ik verslaafd kan raken aan suiker.. maar dan wel aan lekkere suiker.

In Amerika ligt de lekkere suiker voor het oprapen. Zelfs in de kleinste stadjes zijn goede bakkers te vinden, waar grote potten koffie staan te pruttelen en waar het gebak vers is - in 3 weken zijn we maar 1 keer in een koffiehuis beland waar de muffins uit een fabrieksdoos kwamen. (Ja, ik ben nog steeds in de "in Amerika is alles beter" stemming, dus niemand hoeft me te vertellen dat er ook daar heel wat rotzooi verkocht wordt.)

Nu is er in Amsterdam ook best lekkere suiker te koop. Hoewel die dan meestal verpakt is in chocola, wat, zoals ik al eerder zei, wat mij betreft een aparte categorie is. Los daarvan zijn er niet zo heel veel banketbakkers die hun suiker gebruiken voor superieure koek, cake en gebakjes. Je moet al snel een stukje omrijden.

Op vakantie wordt "een stukje omrijden" gewoon een excursie, en geen tijdverspilling. Tijdens ons verblijf in Seattle trokken we naar buitenwijk Ballard om een bezoek te brengen aan Cafe Besalu. En gelukkig maar, want daar at ik de lekkerste zoetigheid van de hele reis: perfect bladerdeeg (krokant, maar niet droog, met een volle botersmaak en smeltend in je mond); met daarin een schepje banketbakkersroom en een paar volmaakte frambozen. De volgende dag wilde ik er weer een, maar toen hadden we Seattle alweer achter ons gelaten. Zo lost het reisprogramma de suikerverslaving vanzelf op...

2.10.06

Heimwee naar overzee

Photobucket - Video and Image Hosting
Laveldel-citroen cheesecake, restaurant van Burrowing Owl Vineyards, Canada

Het is een tijdje stil geweest op deze site. Toch ben ik de afgelopen maand bijna non-stop met eten bezig geweest. Meer dan 200 foto’s van restaurants, borden met eten, kokende en etende mensen heb ik aan mijn fotomap toegevoegd. Ik ben 3 x per dag uit eten geweest, heb uren in de auto gezeten op weg naar obscure restaurants in verre buitenwijken, en heb wekenlang geleefd van de ene maaltijd naar de andere, zonder ooit boodschappen te doen of in de keuken te staan. Maar al deze avonturen vonden plaats aan het andere eind van de wereld, in West-Canada en Noordwest Amerika, en omdat vakantie voor mij vooral ook is: vakantie van de computer, heb ik helaas geen live-verslag van mijn reis bijgehouden.
Nu dan, vanaf vandaag, snapshots van 3 weken eten & drinken in Amerika.

Boerenmarkt, Port Townsend, WA (USA)

Het leuke van vakantie is dat alles anders is dan thuis. Dat vraagt van de vakantieganger wel een positieve instelling, die bovendien langdurig werkzaam moet blijven. Anders krijg je of tijdens je reis al heimwee naar het oude vertrouwde, of je raakt op vakantie al in een depressie als je denkt aan wat je thuis allemaal niet hebt. Ik ben gevoelig voor dat laatste. Dat komt natuurlijk ook, omdat je als reiziger eigenlijk niets hebt aan schitterende supermarkten waar de meest exotische ingredienten in verleidelijke stapels op je liggen te wachten. Je kunt immers niet koken! Op je motelkamer staat hoogstens een magnetron – maar wat je liever zou willen, is een 6-pits gasfornuis, een keukenkastje vol kruiden en olie en basisvoorraden, en je dan uitleven op de groente- en vleesafdeling om zo een waar feestmaal aan te richten. Maar supermarktbezoek blijft museumbezoek: ik kan urenlang door de paden dwalen, potjes en flesjes ter hand nemen, in de perziken knijpen. En de klaagzang herhalen: waarom kan ik dit thuis niet kopen?

Over een paar dagen zal ik naar de Albert Cuyp gaan en genieten van alles wat daar te krijgen is. De Hollandse knollen zullen me inspireren, ook al liggen daar geen oranje bietjes en paarse wortels. Ik zal de visboer vragen wat hij me kan aanraden, ik zal reuzel bestellen bij de slager, en dahlia’s kopen bij mijn favoriete bloemenstal om te vieren dat de herfst begonnen is. Maar nu mag ik nog met heimwee terugdenken aan de overvloed van overzee.