Perfectie heeft weinig woorden nodig. Deze asperges aten we dit weekend. Vers uit de Brabantse grond, zo sappig dat het vocht in mijn gezicht spatte toen ik ze aan het schillen was. 1 kilo ging geschild de vriezer in (nooit eerder gedaan, ben benieuwd wat daarvan terecht komt) en 1 kilo aten we meteen op, klassiek zoals het hoort: aardappels, gerookte ham, gekookte eieren en een poel van gesmolten boter.
Dit is, geloof ik, wat ik zou willen eten als ik wist dat het mijn laatste maaltijd was. Ik kook regelmatig iets heerlijks, maar maar al te vaak lukt het me niet om dat succes te reproduceren. Teveel onzekere factoren en toevalstreffers. De goddelijke spinazielasagna met ragu Bolognese, ik zou het niet willen wagen voor mijn galgenmaal – uit angst dat de pasta mislukt, de saus niet smaakvol genoeg is. Maar een aspergediner gaat meer over goed inkopen dan over keukentechniek. Als de asperges barsten van het sap, de eieren en boter vers zijn, de aardappels nieuw en smaakvol, de ham lichtgerookt en van goede kwaliteit, dan is er niets lekkerders te bedenken, tenminste niet zolang je aan het eten bent, de boter druipend langs je kin.
Verder filosoferend over dat laatste diner… ik hoef niks vooraf, dat bederft de eetlust maar. Misschien een hele kleine salade met Hollandse garnalen. En als toetje graag een trifle met verse frambozen en lemoncurd! En oja, dan ook iemand die dit allemaal voor me klaarmaakt. Het is tenslotte mijn galgenmaal fantasie..
No comments:
Post a Comment