19.11.06

De knolselderij-fase

.. oftewel: de anatomie van een etentje.


Ik zit in een knolselderij fase. Dat betekent dat er al wekenlang, te allen tijde, een stuk selderijknol in mijn groentela ligt. Op alle denkbare manieren is hij al verwerkt: geroosterd met pittige currypoeder, gebakken in eendevet, met appels gestoofd in melk en dan gepureerd, in romige soepen, rauw in salades, gegratineerd met kaas, in stamppot, in pastasauzen. Terwijl ik mijmer over wat ik mijn vrienden die komen eten ga voorzetten, is 1 ding zeker, er moet knoldselderij op tafel staan.
Bladerend in een oud nummer (januari 2004) van mijn favoriete eet-tijdschijft, het BBC Good Food magazine, vind ik een recept voor gestoofd varkensvlees met knolselderij, rozemarijn en sinaasappel. De rest van het menu wordt daar omheen gebouwd. Niets ingewikkelds. Iedereen heeft het druk, ik communiceer met mijn vrienden via sms en e-mail – als ze dan eindelijk in levende lijve bij me aan tafel zitten, wil ik die uren ook echt samen doorbrengen, en niet heen en weer rennen tussen tafel en keuken..

Maar vantevoren kan ik uren besteden aan het uitdenken van precies het juiste menu. Dat gedachtenproces, waarbij kookboeken, internetpagina’s en ‘heb ik ooit niet eens ergens gezien’ aan mijn geestesoog voorbij trekken, vind ik misschien, bijna, nog wel leuker dan koken zelf.

Hoe gaat dat? Deze keer begon het dus met de knolselderij-obsessie en dat ene recept.
Een simpel, troostrijk stoofgerecht. Dat roept om een schep goudgele, zachte polenta. En dan nog een groente, niet zoet, maar bitter misschien. Een stevige smaak om al dat zoete en zachte op het bord in balans te brengen. Gebakken witlof, met een aards en kruidig accent van verse tijm.

Photobucket - Video and Image Hosting


Nagerecht. Chocola. Het is al lang geleden dat ik een chocolade toetje maakte. Geen mousse, dat lijkt qua structuur teveel op polenta. Ik wil iets knapperigs, luchtigs, maar dan met fluweelzachte romige chocolade op de achtergrond. Een hazelnootmeringuetaart met chocolade ganache.


Als ik meringue maak, zit ik straks met die overgebleven eidooiers. Custard? Mayonnaise. Een klein voorgerechtje met mayonnaise. Een salade met gamba’s. Op de markt zie ik venkel liggen. Gamba’s met venkel. Maar als ik later bij de visboer sta zien de gamba’s er zielig en niet al te vers uit, dus het wordt een stuk zeeduivel.



De gouden mayonnaise (gemaakt met half zonnebloem- half olijfolie) smaakt heerlijk, maar mist iets. Ik heinner me de gerookte knoflook die ik een paar weken geleden heb gekocht maar waar ik nog niks mee gedaan heb. En dat aroma brengt me bij het potje met chipotle pepers - gerookte pepers in een pittige tomatensaus.
Wat hoort er bij mayonnaise? Patat. Op het allerlaatste moment bak ik een paar aardappels, in kleine blokjes gesneden, knapperig bruin in olijfolie. De salade van zeeduivel en venkel is koud, de stukjes aardappel heet en zout, de koele maar pikante mayonnaise is er perfect bij. Nadat ik 2 dagen heb gefilosofeerd over dit eenvoudige menu, is die last-minute vlaag van inspiratie misschien wel de mooiste bijdrage aan dit etentje!

No comments: