19.7.06

Goede gaven



Ik heb geen groene vingers. Mijn kleine stadsbalkon is zwaar van de bloeiende planten, maar wat bezoekers niet weten is dat er gedurende de zomer nogal wat exemplaren in een vuilniszak verdwijnen. Ik schijn een instinct te hebben om ze altijd net te veel of net te weinig water te geven, en alle soorten bladluis genieten gastvrijheid in mijn balkontuin. Aan het eind van de zomer veeg ik met een mengeling van spijt en opluchting de hele boel bij elkaar: niets dan 1-jarige planten gelukkig. Volgend jaar een nieuwe zomer met nieuwe kansen.
Optimistisch gestemd heb ik wel eens geprobeerd eetbare zaken te verbouwen. Rucola, peterselie, bieslook. Toch niet echt hoog gegrepen. Maar ook de rucola zat al snel zo dik onder de luis dat ik er niet meer van durfde te eten. De eetbare planten weggooien was gek genoeg veel erger dan een halfdode geranium bij het vuil zetten. Ik had zulke mooie dromen over zelfvoorzienend zijn op 4 hoog achter. Na de rucola zouden tomaten komen, courgettes misschien (dan zou ik eindelijk eens verse courgette bloemen kunnen eten!), alle soorten sla. Het romantische beeld van je eigen eten vergaren, plantjes zien opschieten en groeien en dan oogsten, bleek voor mij niet weggelegd. Op het productieniveau van mijn culinaire ambities ontbreekt er dus nogal wat.

Deze zomer heb ik 2 eetbare dingen op mijn balkon. Een rozemarijnplant, die overleeft omdat die niet kapot te krijgen zijn, en een basilicumplant, die overleeft omdat het in Nederland al weken stralend weer is, waardoor ik veel tijd op het balkon doorbreng en er dus aan denk om ze water te geven. En de luis heeft, vooralsnog, geen trek in basilicum.

Wie geen groene vingers heeft kan gelukkig wel genieten van de groene vingers van anderen. Mijn oom en tante in Zuid-Holland hebben een volkstuin die hun harde werken elk jaar beloont met een fenomenale opbrengst aan groente en fruit. En hoewel ze niet naast de deur wonen, vindt heel wat van die overvloed zijn weg naar mijn keuken: bieten, spitskool, komkommers, courgettes, bloemkool, andijvie en sla.

Vorige week kreeg ik een pond rode bessen. Ik had ze zo op kunnen eten (veel mensen vinden dat te zuur, maar ik ben dol op zuur, en drink zelfs met plezier citroensap) maar ik had het te druk met het half pond frambozen dat ze ook hadden meegebracht. Daarom werden de bessen rode bessengelei. Simpel: een gelijk gewicht aan suiker en bessen, 10 minuten flink koken, uit laten lekken in een zeef en in kleine potjes doen. Deze keer deed ik er in een opwelling een steranijs en een pijpje kaneel bij. Het resultaat is een prachtige lichtzure gelei, met een hint van anijs en kaneel, zo vaag dat je ze nauwelijks kan identificeren. Sprookjesachtig lekker, zoals de bessen sprookjesachtig mooi zijn.

Photobucket - Video and Image Hosting

1 comment:

Pille said...

Klary - I didn't realise you had started a separate foodblog! I remember this picture from eG, the redcurrant jelly looks gorgeous, such a beautiful n vibrant red! I made some last year, too, but with my imminent move back home there's no point making any jams & preserves this year.