Perziken zijn droomfruit. Een plaatje om te zien, met die rozige, licht bedonsde huid, verleidelijke rondingen die uitnodigen om je tanden erin te zetten. De beste manier om een rijpe, sappige perzik te eten: boven de gootsteen, terwijl het sap langs je armen druipt (later gewoon aflikken). Niet moeilijk doen met keurige plakjes voor in een fruitsalade: dit is sensueel fruit, dat zonder terughoudendheid genoten wil worden.
Helaas is de perzik maar al te vaak mooi van buiten maar nietszeggend van binnen. De perfecte perzik eet je maar heel af en toe - de rest van de tijd tref je harde en melige, of op zijn best rijpe en sappige, maar smakeloze exemplaren.
Perziken houden niet van kou. Ze hebben warme zomers nodig en veel zon om te rijpen naar hun volmaaktheid. Maar ze worden geplukt voor ze echt rijp zijn, opgeslagen in koude pakhuizen, en komen vervolgens terecht in supermarkten met airconditioning, in plastic mandjes waardoorheen je niet eens kan voelen of ze zacht zijn.
We weten natuurlijk allemaal dat ons fruit via reusachtige kassen en massale kwekerijen in die supermarkt belandt (en omdat het een massaproduct is, vaak naar niks smaakt), maar we houden graag de droom van speciaal voor ons geselecteerd en geplukt fruit in stand. En de groenteman helpt ons bij die droom. Vorige week lagen ze ineens op de markt: wilde perziken.
Ik denk graag van mezelf dat ik niet te beïnvloeden ben door reclame, maar het bordje bij het krat met schotelvormige, onregelmatige, bobbelige vruchten fascineerde me. Het riep een beeld op van een romantisch verwilderde boomgaard met knoestige bomen, grote rieten manden, en boerenmeisjes in geruite jurkjes die op wankele ladders staan om het kostbare fruit van de takken te plukken. Een geheime plek, waar niemand van weet, maar mijn groenteman gelukkig wel, en daarom kan ik op een overbevolkte markt in Amsterdam wilde perziken kopen! Ik liet al het andere fruit links liggen, maakte mezelf wijs dat ik de perziken kocht omdat ze zo lekker roken, en nam er 5 mee naar huis.
Ze smaken goed: niet perfect, maar zeker geen teleurstelling. Sappig, stevig wit vlees, los van de pit, geurig en zoet. Maar hoe wild zijn ze? Ik doe wat onderzoek naar mijn knobbelige wilde perzik. En wat blijkt? Deze variëteit was in het oude China, waar de perzik oorspronkelijk vandaan komt, al populair omdat hij zo makkelijk in de hand lag. Met tussenpozen wordt hij al eeuwenlang in het westen verbouwd. En mijn platte perzik komt niet uit een verborgen boomgaard, maar uit een Italiaans laboratorium.
Het
Fruit Tree Institute in Rome is jaren bezig geweest om 9 verschillende varieteiten platte perzik te kweken, die allemaal op een ander moment rijp zijn, waardoor het platteperzikseizoen zich nu uitstrekt van mei tot september. Ook lukte het ze het fruit een steviger huid te geven, waardoor het minder kwetsbaar werd tijdens het transport. Iedereen blij, vooral de Spanjaarden die nu al 2.000 hectare platte perzik verbouwen. Spanje, stond dat niet op de doos van mijn wilde perzik?
Ook in Amerika en Australië wordt deze perzik verbouwd. Hij luistert naar verschillende namen: donut- schotel-, UFO- en bagelperzik. Geen namen die je laten fantaseren over die zonovergoten boomgaard. Ik kan het de groenteman niet kwalijk nemen dat hij “wilde perzik” op het bordje heeft gezet. Al is het niet waar - we dromen graag.
Deze perziken waren misschien niet goed genoeg voor een euforische gootsteenervaring, maar wel een heerlijke lunch met wat ricotta salata, en knapperig ciabatta brood met veel boter.