31.7.06

Perzik, nog 1 keer




Het lijkt misschien alsof ik lijd aan een perziken-obsessie, maar ik kan het ook niet helpen dat het hoogzomer is en dat ik nog niet heb geaccepteerd dat zomer 2006 me niet het ultieme perzikgenot gaat leveren. Vandaag op de markt, een kilo perziken voor 75 cent. Ze zijn zacht en rijp, maar niet zo overrijp dat de fruitvliegjes al klaar liggen voor een aanval. Twee Marokkaanse dames van middelbare leeftijd staan bij de kraam, in een verhitte discussie met elkaar over de perziken. Ze betasten ze, wegen ze in hun hand, en ik heb geen idee welke voors en tegens ze uitwisselen, maar uiteindelijk kopen ze allebei een kilo. Ik heb een heilig ontzag voor de warenkennis van Marokaanse dames op leeftijd en kan de perziken nu niet meer laten liggen!
Thuis snijd ik er 1 open. Hij is sappig, rijp, mooi los van de pit, en - smaakt naar niks.



Gelukkig is er altijd genoeg in huis om B-klasse fruit naar een A-status te brengen. Boter, suiker, een flinke scheut amaretto, een handje pijnboom-pitten. Ik blader door wat kookboeken en internetsites, en improviseer vervolgens deze perzikcake bij elkaar. Wat een zegen dat de hittegolf voorbij is, en er weer gebakken kan worden.
Zo lui ben ik vandaag dat ik geen aantekeningen maak tijdens het koken. Deze cake zal ik nooit meer kunnen reproduceren. Hij is zo vluchtig als de perfecte perzik, en hiermee geef ik mijn droom voor dit jaar echt op. In 2007?
Als ik later een stuk van de amper afgekoelde cake eet (en hij is heerlijk, met een uitgesproken amaretto smaak die de smakeloze perzik volledig overheerst), vraag ik me nog even af wat er in de Marokkaanse keuken met de perziken gebeurd is...

26.7.06

Wilde dromen

Photobucket - Video and Image Hosting


Perziken zijn droomfruit. Een plaatje om te zien, met die rozige, licht bedonsde huid, verleidelijke rondingen die uitnodigen om je tanden erin te zetten. De beste manier om een rijpe, sappige perzik te eten: boven de gootsteen, terwijl het sap langs je armen druipt (later gewoon aflikken). Niet moeilijk doen met keurige plakjes voor in een fruitsalade: dit is sensueel fruit, dat zonder terughoudendheid genoten wil worden.
Helaas is de perzik maar al te vaak mooi van buiten maar nietszeggend van binnen. De perfecte perzik eet je maar heel af en toe - de rest van de tijd tref je harde en melige, of op zijn best rijpe en sappige, maar smakeloze exemplaren.
Perziken houden niet van kou. Ze hebben warme zomers nodig en veel zon om te rijpen naar hun volmaaktheid. Maar ze worden geplukt voor ze echt rijp zijn, opgeslagen in koude pakhuizen, en komen vervolgens terecht in supermarkten met airconditioning, in plastic mandjes waardoorheen je niet eens kan voelen of ze zacht zijn.

We weten natuurlijk allemaal dat ons fruit via reusachtige kassen en massale kwekerijen in die supermarkt belandt (en omdat het een massaproduct is, vaak naar niks smaakt), maar we houden graag de droom van speciaal voor ons geselecteerd en geplukt fruit in stand. En de groenteman helpt ons bij die droom. Vorige week lagen ze ineens op de markt: wilde perziken.
Ik denk graag van mezelf dat ik niet te beïnvloeden ben door reclame, maar het bordje bij het krat met schotelvormige, onregelmatige, bobbelige vruchten fascineerde me. Het riep een beeld op van een romantisch verwilderde boomgaard met knoestige bomen, grote rieten manden, en boerenmeisjes in geruite jurkjes die op wankele ladders staan om het kostbare fruit van de takken te plukken. Een geheime plek, waar niemand van weet, maar mijn groenteman gelukkig wel, en daarom kan ik op een overbevolkte markt in Amsterdam wilde perziken kopen! Ik liet al het andere fruit links liggen, maakte mezelf wijs dat ik de perziken kocht omdat ze zo lekker roken, en nam er 5 mee naar huis.

Ze smaken goed: niet perfect, maar zeker geen teleurstelling. Sappig, stevig wit vlees, los van de pit, geurig en zoet. Maar hoe wild zijn ze? Ik doe wat onderzoek naar mijn knobbelige wilde perzik. En wat blijkt? Deze variëteit was in het oude China, waar de perzik oorspronkelijk vandaan komt, al populair omdat hij zo makkelijk in de hand lag. Met tussenpozen wordt hij al eeuwenlang in het westen verbouwd. En mijn platte perzik komt niet uit een verborgen boomgaard, maar uit een Italiaans laboratorium.

Het Fruit Tree Institute in Rome is jaren bezig geweest om 9 verschillende varieteiten platte perzik te kweken, die allemaal op een ander moment rijp zijn, waardoor het platteperzikseizoen zich nu uitstrekt van mei tot september. Ook lukte het ze het fruit een steviger huid te geven, waardoor het minder kwetsbaar werd tijdens het transport. Iedereen blij, vooral de Spanjaarden die nu al 2.000 hectare platte perzik verbouwen. Spanje, stond dat niet op de doos van mijn wilde perzik?
Ook in Amerika en Australië wordt deze perzik verbouwd. Hij luistert naar verschillende namen: donut- schotel-, UFO- en bagelperzik. Geen namen die je laten fantaseren over die zonovergoten boomgaard. Ik kan het de groenteman niet kwalijk nemen dat hij “wilde perzik” op het bordje heeft gezet. Al is het niet waar - we dromen graag.

Photobucket - Video and Image Hosting

Deze perziken waren misschien niet goed genoeg voor een euforische gootsteenervaring, maar wel een heerlijke lunch met wat ricotta salata, en knapperig ciabatta brood met veel boter.

19.7.06

Goede gaven



Ik heb geen groene vingers. Mijn kleine stadsbalkon is zwaar van de bloeiende planten, maar wat bezoekers niet weten is dat er gedurende de zomer nogal wat exemplaren in een vuilniszak verdwijnen. Ik schijn een instinct te hebben om ze altijd net te veel of net te weinig water te geven, en alle soorten bladluis genieten gastvrijheid in mijn balkontuin. Aan het eind van de zomer veeg ik met een mengeling van spijt en opluchting de hele boel bij elkaar: niets dan 1-jarige planten gelukkig. Volgend jaar een nieuwe zomer met nieuwe kansen.
Optimistisch gestemd heb ik wel eens geprobeerd eetbare zaken te verbouwen. Rucola, peterselie, bieslook. Toch niet echt hoog gegrepen. Maar ook de rucola zat al snel zo dik onder de luis dat ik er niet meer van durfde te eten. De eetbare planten weggooien was gek genoeg veel erger dan een halfdode geranium bij het vuil zetten. Ik had zulke mooie dromen over zelfvoorzienend zijn op 4 hoog achter. Na de rucola zouden tomaten komen, courgettes misschien (dan zou ik eindelijk eens verse courgette bloemen kunnen eten!), alle soorten sla. Het romantische beeld van je eigen eten vergaren, plantjes zien opschieten en groeien en dan oogsten, bleek voor mij niet weggelegd. Op het productieniveau van mijn culinaire ambities ontbreekt er dus nogal wat.

Deze zomer heb ik 2 eetbare dingen op mijn balkon. Een rozemarijnplant, die overleeft omdat die niet kapot te krijgen zijn, en een basilicumplant, die overleeft omdat het in Nederland al weken stralend weer is, waardoor ik veel tijd op het balkon doorbreng en er dus aan denk om ze water te geven. En de luis heeft, vooralsnog, geen trek in basilicum.

Wie geen groene vingers heeft kan gelukkig wel genieten van de groene vingers van anderen. Mijn oom en tante in Zuid-Holland hebben een volkstuin die hun harde werken elk jaar beloont met een fenomenale opbrengst aan groente en fruit. En hoewel ze niet naast de deur wonen, vindt heel wat van die overvloed zijn weg naar mijn keuken: bieten, spitskool, komkommers, courgettes, bloemkool, andijvie en sla.

Vorige week kreeg ik een pond rode bessen. Ik had ze zo op kunnen eten (veel mensen vinden dat te zuur, maar ik ben dol op zuur, en drink zelfs met plezier citroensap) maar ik had het te druk met het half pond frambozen dat ze ook hadden meegebracht. Daarom werden de bessen rode bessengelei. Simpel: een gelijk gewicht aan suiker en bessen, 10 minuten flink koken, uit laten lekken in een zeef en in kleine potjes doen. Deze keer deed ik er in een opwelling een steranijs en een pijpje kaneel bij. Het resultaat is een prachtige lichtzure gelei, met een hint van anijs en kaneel, zo vaag dat je ze nauwelijks kan identificeren. Sprookjesachtig lekker, zoals de bessen sprookjesachtig mooi zijn.

Photobucket - Video and Image Hosting