Ken je dat? Je geeft een feest of etentje, en als de gasten weg zijn ontdek je ergens - in de koelkast, vriezer of in een hoekje van het aanrecht - eten wat je vergeten bent te serveren. Ik heb het zelf vaak meegemaakt op feestjes van anderen: voorraden kaas en worst die je in de koelkast ziet liggen als je jezelf een glas witte wijn inschenkt, die maar niet op tafel komen en die als je vertrekt, (als één van de laatste gasten, want ja, ik moet het bekennen, ik ben een plakker) nog stééds niet op tafel zijn gekomen. Natuurlijk weet je dan niet zeker waarom zo'n stuk geweldige rauwmelkse Camembert verstopt blijft. De gastheer kan de kaas echt vergeten zijn, maar het is ook best mogelijk dat hij op het laatste moment besluit dat hij zijn gasten zoiets lekkers niet waard acht, en dat hij liever morgen zelf die Camembert aansnijdt, na het opruimen en afwassen, lekker bij de staartjes rode wijn...
Hoe dan ook, ken je dat, vergeten eten?
Om eerlijk te zijn, ik ken het eigenlijk niet. Ik weet te allen tijden precies wat er in mijn koelkast en vriezer ligt, ook de meer beschamende zaken - het pak melk dat al 3 dagen over datum is, de halve Chinese kool die zijn beste tijd gehad heeft. En als ik mensen uitnodig, en het menu bedenk, dan heb ik heel nauwkeurig in mijn hoofd wat ze krijgen, wanneer, en hoeveel. En als mensen daarvan af willen wijken, en de sla voor het hoofdgerecht willen eten terwijl ik bedacht heb dat de sla de perfecte verbinding is tussen hoofdgerecht en toetje, dan word ik nerveus, en als een echte control freak krijg ik het benauwd.
Maar er is voor alles een eerste keer en soms zie je jezelf van gebaande paden afwijken en ontdek je dat de wereld niet vergaat als je alles eens een keer helemaal anders doet...
En zo kwam het dat we vrijdag gasten hadden waarmee we alle etentjes-wetten op z'n kop zetten, omdat er andere dingen belangrijker waren - praten, elkaar leren kennen. En zo kwam het dat we om 8 uur aan de brownies begonnen en dat de soep pas na middernacht op tafel stond. En zo kwam het dat de lamsvlees pasteitjes (
sigara), bedoeld om bij de soep te eten, nog in de vriezer lagen toen de gasten allang weer naar huis waren.
Erg? Welnee. Zaterdagavond werden ze alsnog gebakken, en gegeten bij het restje
auberginesoep. En ze waren heerlijk, ik kon mezelf feliciteren dat soep en
sigara inderdaad een fantastische match waren precies zoals ik me dat had voorgesteld. En door een wonderlijk toeval weet ik ook nog hoe ik ze gemaakt heb, zodat ze geen toevalstreffer hoeven te blijven maar nog eens op herhaling kunnen.
Voor onszelf, of misschien een volgende keer, om te delen met anderen.
Lamsvlees sigara, voor 10-12 stuks
10-12 vellen filodeeg, ontdooid
200 gram lamsgehakt
een klein uitje, gesnipperd
1 teen knoflook, gesnipperd
ee eetlepel pijnboompitten
een eetlepel rozijnen of krenten
een snuf kaneel
een snuf chilivlokken
een eetlepel verse dille, fijngehakt
een scheutje ketchup
1 ei
olijfolie
zout en peper
Pak het filodeeg niet uit, als je het aan de lucht blootstelt droogt het meteen uit. Haal het pas uit de verpakking als je klaar bent om de pasteitjes te vullen.
Verhit een klein scheutje olijfolie in een koekenpan. Bak hierin de ui en knoflook glazig, doe dan het gehakt erbij en bak dit rul tot het niet meer roze is. Doe de pijnboompitten, krenten, kaneel en chilivlokken, en wat zout en peper erbij en bak alles nog even tot het gehakt gaar is.
Doe in een kom en laat afkoelen. meng dan de verse dille, de ketchup en het ei erdoor.
Leg steeds 1 vel filodeeg op je werkblad, met de korte kant naar je toe (houd de rest onder een vochtige theedoek) en bestrijk dit met olijfolie. Schep een bergje vulling op het deeg, aan de onderkant, en vorm de vulling tot een soort worstje. Begin dan te rollen. Als je halverwege het vel filo bent vouw je de zijkanten naar binnen, en ga dan door met rollen tot je een lange, dunne sigaar hebt. (Zoals altijd met dit soort aanwijzingen: de beschrijving klinkt nodeloos ingewikkeld, maar als je het doet, wijst het zich vanzelf).
Maak zo de rest van de sigaren, tot je vulling op is.
Je kunt ze nu meteen bakken (ca. 25 minuten op 200 C), bestrijk ze eerst met wat olie en bestrooi eventueel met wat sesamzaad. Je kunt ze ook heel goed invriezen. Vries ze los in (dwz zorg dat ze elkaar niet raken tot ze helemaal bevroren zijn, daarna kun je ze overdoen in een diepvrieszak). Bak ze bevroren in een voorverwarmde oven, dat duurt dan ca. 35-40 minuten.
Serveer ze op een salade, eventueel met een dipsaus van 2 eetlepels yoghurt, 1 eetlepel tahin, zout, sap van een halve citroen, en genoeg water (1-2 eetlepels) tot je een dunne gladde saus hebt.